PCG zoekt de vrede van Wijk bij Duurstede
Tot het ontstaan van het CDA waren er diverse plaatselijke protestants-christelijke partijen. Daarna bleven er maar enkele over. In Wijk bij Duurstede bijvoorbeeld. Met dank aan de familie Marchal.
Langbroek. Een langgerekte weg in het weidegebied tussen het bosrijke Doorn en het rivierengebied. Met nieuwbouwwijken aan weerszijden, een historische hervormde kerk en een kleine oud gereformeerde gemeente.
Er zijn weinig kiezers op straat. Wel volop kinderen op het plein van de School met de Bijbel. In een van de nieuwbouwwijken is iets van verkiezingskoorts te merken. Een grote poster met lijsttrekker Hans Marchal van de Protestant-Christelijke Groepering (PCG) prijkt op het raam van de bovenverdieping van een bescheiden tussenwoning.
Langbroek is de bakermat van de PCG. „Eind jaren 50 was er in Langbroek onvrede met de niet zo principiële koers van ARP en KVP, die in de toen nog zelfstandige gemeente de baas waren”, zegt dezelfde Marchal (46).
Een aantal protestanten richtte daarom in 1961 de PCG op, met als doel één brede christelijke partij te vormen. Die zou de totale achterban van de toenmalige Antirevolutionaire Partij (ARP), de Christelijk-historische Unie (CHU) en de SGP moeten omvatten. „Dat lukte deels. Een deel van de CHU ging verder met Gemeentebelangen. Het andere CHU-deel, ARP en SGP gingen wel samen in de PCG.” De partij werd in de jaren 60 een dominante factor in de Langbroeker politiek.
Vanaf 1970 is de naam Marchal onlosmakelijk verbonden met de PCG. In dat jaar kwam Marchals vader in de raad en hij werd snel daarna wethouder, tot aan 1994. Wel verloor de PCG in 1982 het AR- en CH-smaldeel aan het CDA. Overigens werd de PCG pas in 1989 officieel opgericht.
In 1994 grapte Hans toen zijn vader naar de ledenvergadering van de PCG ging: „Als jullie er niet uitkomen, weet ik nog wel een kandidaat.” „Aan het eind van de avond zaten mijn verloofde Thea en ik nog wat te kletsen in de auto, toen m’n vader op het ruitje tikte: „Hans, je staat op nummer 2 van de lijst.”” Zijn vader had besloten te stoppen en in zijn zoon een opvolger gezien. „Ik was niet eens lid.”
Sindsdien zit Hans Marchal, relatiebeheerder bij een accountskantoor, in de raad. „De PCG haalde drie van de negen zetels. Ik werd wethouder Financiën, Openbare Werken en Sport. Met mijn 26 jaar was ik toen de jongste wethouder van Nederland.”
Dat duurde niet lang. In 1996 fuseerde het protestantse Langbroek –„we krijgen hier inmiddels 50 procent van de stemmen”– met het rooms-katholieke Cothen en het stadje Wijk bij Duurstede.
Marchal vindt het mooi dat het christelijke geluid sindsdien in de raad van Wijk bij Duurstede wordt gehoord. „Dat is een zegen, want dat was tientallen jaren lang niet het geval. Wat is nu beter: beschermd bij elkaar zitten als drie van de zeven raadsleden, of als enkeling te midden van de negentien volgens Jeremia 29:7 naar „de vrede van de stad” zoeken?”
Anno 2014 is de PCG nog altijd dezelfde brede partij als in het begin. „In het bestuur zit een baptist, maar ook een lid van de oud gereformeerde gemeente.”
Marchal ziet vooral voordelen in het bestaan van de PCG als lokale christelijke partij. „De PCG staat in deze gemeente goed bekend. Mijn fractiegenoot Gerrit Taute en ik houden ervan bij mensen langs te gaan en aan de keukentafel hun problemen te bespreken.”
Dat levert een groeiend stemmenaantal en waardering op. „Een voormalig VVD-raadslid uit Cothen maakt nu propaganda voor ons. Twee vrouwen zeiden onlangs na een raadsvergadering op de PCG te stemmen vanwege onze eerlijke politiek.” De plaatselijke bekendheid zorgt er volgens hem ook voor dat de PCG zo’n 400 stemmen meer haalt bij de raadsverkiezingen dan SGP en CU bij landelijke stemmingen.
In het verleden zijn er vanuit de landelijke SGP en CU weleens pogingen gedaan om een plaatselijke afdeling op te richten. Glimlachend: „Een SGP-delegatie ging een keer naar de oud gereformeerde ouderling om dat voor elkaar te krijgen. Die zei: „Wij hebben Marchal, en laat ons het maar doen met de PCG.””
Toch ziet de plaatselijke politicus twee nadelen van het lokale optreden. „Wij missen weleens de ontmoeting met andere lokale politici van onze kleur, hoewel ik als volbloed SGP’er gerust het partijbureau bel, en Taute dat bij de ChristenUnie doet. Verder is onze opvolging een probleem. We hebben inmiddels wel wat jonge bestuursleden, maar nog geen enthousiastelingen voor de raad.”
Vrouwen staan er niet op de kandidatenlijst van de PCG. „Zo’n 2 of 3 van onze 115 leden zijn vrouw. Die hebben geen interesse getoond om op de lijst te staan.” Lachend: „Misschien heeft mijn zoon Niels op termijn belangstelling.”
Dit is de vierde aflevering in een serie over lokale christelijke partijen.