Johannes 17:1
Zijn ure
„Vader, de ure is gekomen, verheerlijk Uw Zoon, opdat ook Uw Zoon U verheerlijke.”
„De ure is gekomen.” Een uur is in de Heilige Schrift een zekere bepaalde tijd tot enig werk of gebeurtenis. Zo lezen wij van een ure des reukoffers (Lukas 1:10), van het avondmaal (Lukas 14:17), om te baren voor een vrouw (Johannes 16:21).
Christus bedoelt met Zijn ure soms de bepaalde tijd van Zijn lijden en sterven: „Want Zijn ure was nog niet gekomen” (Johannes 7:30). Maar ook wordt de tijd van Zijn verheerlijking na het lijden daardoor wel uitgedrukt: „De ure is gekomen dat de Zoon des mensen zal verheerlijkt worden” (Johannes 12:23).
Zo ook in hoofdstuk 13:1: „Jezus wetende, dat Zijn ure gekomen was, dat Hij uit deze wereld zou overgaan tot de Vader.” Omdat namelijk het lijden en sterven de weg was tot de heerlijkheid. Op de dood zou de heerlijkheid terstond volgen. In deze laatste zin verstaat Jezus onder „Zijn ure” de tijd in Gods raad bepaald tot Zijn verheerlijking. Zo vertoont de Bidder Zich als de door Zijn lijden reeds volmaakte Hogepriester. Zo toont Hij verder Zijn discipelen hoe Hij Zich voor hen zal gedragen, nadat Hij de aarde verlaten heeft.
J. Temmink, predikant te Amsterdam (”Het hogepriesterlijk gebed van Christus”, 1769)