Kerk & religie

Proeftuin in Marokko

De protestantse gemeente van Casablanca is een bont gezelschap van gereformeerden, pinkstermensen, baptisten en adventisten. „We hebben hier alles in huis”, zegt predikant Samuel Amédro. De Fransman beschouwt zijn gemeente echter niet als een exotisch buitenbeentje, maar als voorhoede van de kerk van de toekomst, ook in Europa.

15 March 2014 07:38Gewijzigd op 15 November 2020 09:25
Beeld RD
Beeld RD

Het kerkgebouw van de protestanten in Casablanca is rechttoe, rechtaan: een wit gepleisterde zaal, met daarbinnen verweerde banken en een eenvoudig liturgisch centrum. Op de avondmaalstafel ligt een open Bijbel, aan de muur hangt een mozaïek van vijf broden en twee vissen.

Rond de kerk ligt een tuin, een enclave van rust in de bruisende havenstad. Een jonge man schoffelt de plantsoenen. Hij komt van oorsprong uit Congo-Brazzaville.

„Hier drinken we als gemeente koffie en gebruiken we de maaltijd”, gebaart Samuel Amédro. Woord, brood en vis gaan in zijn gemeente samen op. „Het vormen van een gemeenschap is hier uitermate belangrijk”, zegt Amédro. „De kerk is voor veel leden ook een thuis.”

De Fransman is sinds 2010 predikant in Casablanca en tevens voorzitter van de Eglise Evangélique au Maroc: een verband van elf protestantse gemeenten over heel Marokko, met een slordige 4000 leden. Op een recente, gemiddelde, zondag zijn in alle gemeenten de kerkgangers geteld: in totaal ongeveer 1000. Het is een aantal dat in Barneveld of Gouda met gemak in één kerk zit.

De Eglise Evangélique vormt een paraplu boven een diverse groep kerken van verschillende achtergrond. De kerk van Casablanca komt voort uit de Franse hervormde kerk, waar ook de wortels van Amédro liggen. In zijn boekenkast staat de Bijbelverklaring van Johannes Calvijn, naast andere boeken van de kerkhervormer. „We zijn hier echter niet exclusief gereformeerd meer”, zegt Amédro. „We hebben binnen de Eglise Evangélique een nieuwe, eigen geloofsbelijdenis geschreven die recht doet aan de diversiteit in onze gemeenten. Een deel van de kerken van het verband heeft ook geen gereformeerde wortels.”

Wie zitten er op een gemiddelde zondag in Casablanca in de kerk?

„Zo’n 95 procent van onze kerkgangers komt uit zuidelijk Afrika, 80 procent is jonger dan 40 jaar. We hebben veel studenten: jongeren uit Franstalig Afrika die aan de universiteiten van Marokko komen studeren. Het maakt ook dat het verloop in de gemeente groot is. Elke vier jaar wisselt die vrijwel geheel van samensteling. Een kwart van de huidige kerkgangers is momenteel minder dan een jaar lid, 85 procent minder dan vijf jaar. De kerkelijke achtergronden zijn zeer divers: pinkstermensen, adventisten, noem maar op. Er zit hier zelfs een enkele verdwaalde rooms-katholiek.”

En wie zaten hier twintig jaar geleden?

„Bijna niemand. De gemeente is in de 19e eeuw opgericht en telde decennialang vooral Franse leden. Heel Casablanca was Frans en daarmee christelijk. Alleen de huishoudsters waren hier moslim. Dat is na de onafhankelijkheid van Marokko in 1956 drastisch veranderd. De meeste Franse gezinnen keerden terug naar huis. In de jaren negentig waren de gereformeerde kerken van Marokko daardoor zo klein geworden dat er een predikant werd gestuurd met als taak het hele land te dienen en de laatste ouderen te begraven.

Tussen 1995 en 2000 is er echter een enorme herleving gekomen door de komst van studenten uit zuidelijke Afrikaanse landen. De gemeenten in de grote steden zijn daardoor weer tot bloei gekomen, maar ook onherkenbaar veranderd. We hebben hier nu nog maar een enkele oude Franse familie.”

Hoe is de kerk veranderd?

„We zijn veel meer een gemeenschap geworden. De kerk is voor een groot deel van de leden ook hun thuis, hun morele baken en familie. Veel van de jongeren hebben hun ouders achtergelaten en komen hier ook met hun vragen op moreel en sociaal gebied. Ze worden in de Marokkaanse samenleving vaak gediscrimineerd. Het is daarom des te belangrijker hun een thuis te bieden. Dit is vaak de enige plek waar ze volledig vrij kunnen zijn. Kerk-zijn is hier echt veel meer dan een dienst op zondagmorgen.”

Pinkstermensen, adventisten en gereformeerden in één kerk, gaat dat goed?

„We hebben geen keus, we zullen het met elkaar moeten doen. Maar het is waar dat de verschillen soms groot zijn, tot de Bijbels toe die we hanteren. Het betekent dat we soms compromissen moeten sluiten.”

Zoals?

„We zingen hier zondags veel van die, hoe zal ik het zeggen, van die verschrikkelijke Amerikaanse liedjes. Ik denk dan: maakten onze leden maar van die mooie, traditioneel Afrikaanse, muziek, maar nee. Het is wat het grootste deel van de gemeente het liefst heeft. Voor de ouderen heb ik echter wel gevraagd of het volume een beetje redelijk kan blijven. Die zijn klassieke kerkmuziek gewend.”

U heeft Calvijn in de kast staan, maar gemeenteleden willen misschien wel genezingsdiensten.

„Sommigen willen die zeker. We praten daarover, maar soms moeten we ons er ook bij neerleggen dat we het niet met elkaar eens worden. Er zijn ook wel gemeenteleden die op zondagmiddag nog naar andere bijeenkomsten gaan met een charismatisch karakter. Ze zijn er bij ons echter niet minder trouw om.”

Hoe beleven de oude Franse leden de veranderingen?

„Voor de enkeling die hier nog zit, is het soms best slikken. Er zijn ook wel mensen naar de Rooms-Katholieke Kerk gegaan, omdat die een traditionelere liturgie hanteren. Maar het is een feit dat de kerk zonder de nieuwkomers allang niet meer had bestaan. Ik geloof overigens dat dit de kerk van de toekomst is, ook in Europa. Blank en zwart, noord en zuid komen hier in de gemeente bij elkaar. We zijn het front van de globalisering. De kerk van het Westen krimpt bovendien, we kunnen ons de luxe niet langer veroorloven om langs elkaar heen te leven.”

Hoe is het om predikant te zijn van de kerk van de toekomst?

Amédro lacht. „Intensief, maar vooral prachtig.”

Wat betekent het om in een islamitische context kerk te zijn?

„We vormen een kerk van buitenlanders. Marokkanen worden geacht moslim te zijn. Het gaat in Marokko om de eenheid van het volk: één koning, één geloof, één land. Er zijn wel christelijke Marokkanen, maar die vormen hun eigen huisgemeenschappen. Ik denk ook dat dit goed is. Ze moeten vanuit hun achtergrond eigen woorden vinden voor hun geloof. Als kerk voor buitenlanders worden we hier geaccepteerd.”

Betekent dit dat de kerk feitelijk op een eilandje opereert?

Amédro veert op. „Nee, zeker niet. We spelen bijvoorbeeld een belangrijke rol in de zorg voor migranten en slachtoffers van mensenhandel en prostitutie. De kerk is vaak de enige die zorg voor hen draagt. Daarnaast ondersteunen we jongeren met beurzen, zodat ze een opleiding kunnen volgen, en proberen we werk voor hen te vinden. We maken daarbij geen onderscheid tussen christenen en moslims. Driekwart van de begroting van de kerk gaat naar diaconale doeleinden. Met de Marokkaanse regering zijn er bovendien goede, officiële, contacten.”

In 2010 werden 150 buitenlanders uit Marokko gezet omdat ze het christelijk geloof zouden hebben willen verspreiden.

„Zending is in Marokko niet toegestaan. Ik ga niet over de intenties van de veelal Amerikaanse zendelingen, maar feit is dat hun werk ook de gevestigde kerken in gevaar kan brengen. Ze komen hier niet langs om vooraf kennis te maken, maar ik word door de Marokkaanse regering wel verantwoordelijk gehouden voor hun activiteiten. Kijk, het maakt voor mij niet zo veel uit als ik word uitgezet, in Frankrijk kan ik wel weer verder werken. Maar voor de gemeenschap hier, voor de migranten, zou dat een groot probleem betekenen.”

Is er samenwerking met andere kerken in Marokko?

„We doen al ons diaconale werk samen met de Rooms-Katholieke Kerk. De contacten daarmee zijn goed. We hebben onlangs zelfs een gezamenlijk seminarie geopend, waar priesters en predikanten gezamenlijk worden opgeleid. Dat is uniek in de wereld. Het Vaticaan moest daar wel even over denken, maar in de Marokkaanse context is het een prachtige oplossing. We kunnen het ons niet veroorloven langs elkaar heen te leven. Het seminarie functioneert in deze context. Er is bijvoorbeeld specifieke aandacht voor de vraag wat het betekent om kerk te zijn in een islamitische omgeving. Geestelijken zullen jongeren moeten toerusten om daarin hun weg te vinden.”

Heeft het werk hier uw eigen geloofsbeleving veranderd?

De predikant denkt na. „Mijn geloof is misschien wel sterker geworden”, zegt hij dan bedachtzaam. „Het predikantschap hier heeft mijn ogen geopend voor zaken waar ik me niet van bewust was, zoals de migratieproblematiek. Ieder jaar vallen er honderden doden onder Afrikanen die vanuit Marokko naar Europa proberen te komen. De meesten van hen zijn christen. Ondanks de jonge samenstelling van mijn gemeente, heb ik daardoor ook veel begrafenissen te leiden. Ik geloof dat we met deze ontwikkeling ook in Europa nog veel meer te maken zullen krijgen. Het werk hier heeft me er bovenal diep van bewust gemaakt dat geloven niet in de eerste plaats om dogma’s draait. Het Evangelie heeft een cognitieve kant, maar zeker zo belangrijk is het om eruit te leven, om relaties aan te gaan en liefde te tonen. Het is mooi hoe de kerk hier een thuis voor velen kan zijn en zo een getuigenis van de liefde van God.”


Christenen in Marokko

De Marokkaanse grondwet garandeert de vrijheid van godsdienst, maar verbiedt het bedrijven van zending. Dat de islam de officiële godsdienst is, weerspiegelt zich ook in het onderwijs. Alle scholieren, ook christenen, zijn verplicht islamitisch religieus onderwijs te volgen. De islamitische hoge raad van geleerden in Marokko vaardigde vorig jaar een fatwa uit dat moslims de doodstraf moeten krijgen als ze de islam vaarwel zeggen. Des te opmerkelijker is het dat recent een 31-jarige Marokkaanse christen, Mohamed al-Biladi, in hoger beroep door de rechtbank van Fez vrij werd gesproken van aanklachten over zijn bekering. Hij kreeg aanvankelijk 2,5 jaar gevangenisstraf, „omdat hij het geloof van een islamiet verwoest.” Marokko telt naar schatting 5000 tot 8000 Marokkaanse christenen.


In Kerkbreed komt iedere week een persoon aan het woord die een reflectie geeft op een bepaalde
gebeurtenis of ontwikkeling in de breedte van het kerkelijk leven. Vandaag: ds. Samuel Amédro, predikant van de protestantse gemeente van Casablanca, met zo’n 4 miljoen inwoners de grootste stad van Marokko.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer