Commentaar: Opluchting nu in Wageningen dank aan God mag worden gebracht
Promovendi aan Wageningen University mogen voortaan weer God danken in hun proefschrift, net zoals ze hun familie, vrienden of raadgevers mogen bedanken. Er mag echter geen inhoudelijk verbinding worden gelegd tussen het wetenschappelijk resultaat en het geloof in God.
Met dat besluit komt de leiding van de universiteit in Wageningen terug op een eerdere missive dat een dankwoord aan God verbood. Dat leidde tot een pittige discussie tussen voor- en tegenstanders van deze maatregel. Daarbij voelde iedereen aan dat de universiteitsleiding wel erg strikt was. Voorstanders van het vorig jaar genomen besluit betoogden dat geloof geen enkele rol mag spelen in het wetenschappelijk onderzoek. Bezwaarden wezen erop dat een dankwoord een persoonlijk getoonzette inleiding op of afsluiting van een dissertatie is die buiten het oordeel van de promotiecommissie moet blijven. Deze commissie toetst of het onderzoek deugt en gaat niet over een dankwoord. Het verweer tegen het verbod leidde er uiteindelijk toe dat het universiteitsbestuur deze week besloot voortaan het danken van God in het persoonlijke voor- of nawoord weer toe te staan. Dat is een belangrijke verbetering.
Wie wat dieper duikt in de achtergronden van het besluit van vorig jaar, zal ontdekken dat daar wel aanleiding toe was. Er waren voorbeelden dat promovendi inhoudelijk een verband legden tussen hun onderzoeksresultaten en God, of in geval van moslims: Allah. Daar wilde men paal en perk aan stellen. En ook nu, na herziening van het besluit, is het niet toegestaan die relatie te leggen.
Een belangrijk bezwaar tegen het leggen van zo’n relatie is dat het resultaat van het onderzoek op die manier gemakkelijk buiten elke discussie wordt geplaatst. Want wie is dan in staat om tegenover de promovendus adequaat te opponeren? Steeds zou het antwoord van de aanstaande doctor kunnen zijn: „Jammer dat u het niet met me eens bent, maar ik heb het van hogerhand nu eenmaal zo leren zien.” Dat kan niet. Bij natuurwetenschappelijk onderzoek moet de onderzoeker zich houden aan een reeks spelregels en daar hoort bij dat hij alleen uitspraken doet die empirisch, proefondervindelijk, te controleren zijn en dus herhaalbaar zijn. Op dat terrein hoort levensbeschouwing, religie of persoonlijke overtuiging geen rol te spelen.
Dat de Wageningse bestuurders het oorspronkelijke besluit toch hebben verruimd, komt door de erkenning dat het dankwoord geen onderdeel is van de examenstof en promovendi wel ruimte krijgen om hun inspiratiebronnen te noemen. Daarmee is de kou echter niet uit de lucht. Deze toezegging zal vast weer vragen oproepen zodra iemand in het dankwoord God als zijn Schepper erkent, een christelijk motto meegeeft, een christelijk thema kiest als illustratie voor de omslag of een stelling poneert over een religieus thema. Een proefschrift is meer dan een stapel wetenschappelijke artikelen met een neutraal kaft eromheen. De kern van de discussie is of een wetenschapper bij zijn werk zijn christelijke levensbeschouwing mag laten blijken. Daar moet ruimte voor blijven bestaan.