Porosjenko geldt als een oligarch die met een chocolade- en kledingfabriek ongeveer 1,5 miljard dollar heeft verzameld. Maar de laatste tien jaar besteedde hij meer tijd aan de politiek dan aan het zakenleven. En nu staat hij bovenaan in de peilingen voor de presidentsverkiezingen eind mei. Hij streeft ook de in het Westen bekende figuren als Timosjenko en Klitsjko voorbij.

In een Oekraïne onder zijn bestuur hebben de Russen niets te vrezen, verzekerde hij. „We garanderen de rechten van alle minderheden.”

Woensdag bezocht hij het Europees Parlement in Straatsburg. De hele week stond Oekraïne daar hoog op de agenda. Commissievoorzitter Barroso zei woensdag in een debat dat hij tien jaar heeft gewerkt aan een „goede relatie met Rusland.” Hij toonde zich diep teleurgesteld dat die relatie wordt verstoord. „Rusland moet aanvaarden dat ook buurlanden het lot in eigen hand kunnen nemen.”

De Griekse minister en EU-voorzitter Kourkoulas zei dat de EU met Rusland voorlopig „niet overgaat tot de orde van de dag.”

De Poolse conservatief Legutko vreesde echter dat de EU spoedig Rusland weer zal prijzen voor zijn „beheerste aanpak”, omdat de EU nu eenmaal weinig tegen Rusland kan ondernemen.

Sprekers van vrijwel alle partijen toonden zich ingenomen met de (financiële) steun die de regeringsleiders vorige week toezegden aan de nieuwe regering van Oekraïne.

Er was geen vertrouwen in het referendum op de Krim. „De uitslag daarvan kennen we al”, smaalde de Duitse socialist Swoboda.

Volgens CU-vertegenwoordiger Van Dalen is Europa voor zijn gasvoorziening „te zeer afhankelijk” van Rusland. Het energiebeleid moet daarom „totaal” worden herzien. Voor Poetin heeft Van Dalen geen respect. „Die rekent alleen met zijn bankrekening.” Hij pleit ervoor alle tegoeden van rijke Russen te bevriezen.