Acht jaar geëist tegen cocaïnesmokkelaars
Bij de rechtbank in Middelburg is donderdag acht jaar geëist tegen zeven opvarenden van de onder Panamese vlag varende zeesleper Otton.
Zij probeerden 4000 kilo cocaïne Nederland in te smokkelen. Een achtste opvarende, die al eerder betrokken was bij drugssmokkel, hoorde bij de rechtbank in Middelburg tien jaar cel tegen zich eisen. De man zat zes jaar in een Amerikaanse gevangenis.
De kapitein van de sleper en de stuurman moeten zich op 4 maart voor de rechtbank verantwoorden. Hun zaak werd aangehouden omdat hun raadsman, mr. Th. Hiddema, zich niet voldoende op de zaak heeft kunnen voorbereiden.
De tien bemanningsleden komen uit Panama, Colombia en Ecuador. Hoe de zaak precies in elkaar stak en wie er achter het transport zat, werd tijdens de behandeling niet duidelijk. De mannen werden geronseld door Stewart Shipping in Panama. Hun werd verteld dat ze naar België zouden varen om daar het schip te laten repareren. Dat er ook drugs vervoerd zouden worden, was hen al vlug duidelijk. Als voorschot voor de werkzaamheden ontvingen de mannen bedragen van 4000 tot 10.000 Amerikaanse dollar.
Onderweg naar Europa ondervonden de opvarenden veel problemen met de zeesleper. Eenmaal in Europa legde de Nederlandse scheepvaartinspectie een vaarverbod op. Naar aanleiding van een telefoontje van de Belgische douane voerde de Nederlandse douane een controle uit. Ook kwam er informatie over een mogelijk drugstransport van zowel de marine als de Amerikaanse DEA. Na drie dagen speurwerk werd de cocaïne ontdekt.
De cocaïnevangst is de grootste in Nederland. De drugs hadden een straatwaarde van ruim 200 miljoen euro. De advocaten van de verdachten waren eensgezind. Zij vonden de eisen aan de forse kant. Bovendien stelden de raadslieden dat de informatie die leidde tot de opsporing erg mager was en vooral oncontroleerbaar. Daaruit zou de niet- ontvankelijkheid van het openbaar ministerie moeten volgen, aldus de advocaten.
Ze noemden het verbazingwekkend en onbegrijpelijk dat een kennelijk professionele organisatie, die 4 ton cocaïne kon vervoeren, gebruikmaakte van zo’n slecht schip dat je bijna zeker van kon zijn dat het schip onderweg zou vergaan of in het andere geval in een haven zou worden gecontroleerd.
De cocaïnevangst is in verband gebracht met de zogeheten Almathea-zaak, waarin vijf verdachten zich vooralsnog op 9, 10 en 12 februari, mogelijk in de extra beveiligde rechtbankbunker in Amsterdam-Osdorp, moeten verantwoorden.
De rechtbank doet 24 december uitspraak.