Hoogervorst bindt in bij rookbeleid
Minister Hoogervorst van Volksgezondheid trekt zijn dreigement in om uitbaters van cafés en restaurants te dwingen hun zaken per 2005 rookvrij te maken. Hij wil via ’rustig’ overleg met de sector tot overeenstemming komen over de manier waarop horecabedrijven antirookmaatregelen gaan doorvoeren.
Eerder dreigde hij in de Tweede Kamer de horecabazen tot medewerking te dwingen, als ze naar zijn zin te weinig actie zouden ondernemen om hun bedrijven rookvrij te maken. Er zou dan per 1 januari 2005 in cafés en restaurants, net als in andere gebouwen, een rookverbod gaan gelden.
Koepelorganisatie Koninklijk Horeca Nederland ging begin december openlijk de strijd met Hoogervorst aan. Ze stelde dat het maatschappelijk onaanvaardbaar is om mensen te verbieden in cafés te roken. De sector eist dat er minstens de komende tien jaar niet wordt gesproken over een rookverbod in horecabedrijven. In ruil voor die toezegging wil de branche een aantal maatregelen nemen om rookoverlast in zaken te beperken.
Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer (CDA, VVD, SP, LPF, D66 en SGP) steunt het verzet van de horecasector. Volgens de fracties liep Hoogervorst met zijn antirookplannen veel te hard van stapel. De minister maakte donderdag duidelijk de mening van de Kamer serieus te nemen. Hij kon niet aangeven op welke termijn de horeca rookvrij moet zijn. Overleg moet dat volgens hem verder uitwijzen.
De FNV Horecabond staat op het standpunt dat het recht op een rookvrije werkplek, die werknemers per 1 januari krijgen, overeind moet blijven. „Het zou vreemd zijn als daarop uitzonderingen worden gemaakt voor één sector", aldus vakbondsvoorzitter B. Francooy.
De Horecabond vindt wel dat het rookverbod geleidelijk moet worden ingevoerd. „In deze bedrijfstak krijgen de werknemers een rol bij het handhaven. Zij moeten zeggen dat er niet mag worden gerookt." Francooy voorziet problemen als er geen draagvlak is. Hij pleit ervoor bij een stapsgewijze invoering te beginnen bij sectoren waar het het gemakkelijkst gaat. Daarbij denkt hij aan hotels. Het mag dan maximaal twee jaar duren tot in de horeca alle werknemers een rookvrije werkplek hebben.
De FNV–bond wil bedrijven de kans geven om ook andere oplossingen dan een algeheel verbod te vinden voor het realiseren van een rookvrije werkomgeving. Te denken valt aan goede afzuiginstallaties of aparte ruimtes waar gerookt mag worden. „Als dat werknemers vrijwaart van schadelijke stoffen, is het ook prima."
De antirookorganisatie CAN (Clean Air Nederland) reageerde woedend op de nieuwe plannen van Hoogervorst. De vereniging, die circa 2000 leden telt, zegt zich voor te bereiden op een proefproces. CAN wil een niet–rokende werknemer in de horeca naar de rechter laten stappen.
Eerder deze week stond CAN in de rechtbank tegenover Duinrell. De vereniging had een kort geding aangespannen wegens het rookbeleid van het attractiepark in Wassenaar. De rechter heeft nog geen uitspraak gedaan in deze zaak.
Koninklijk Horeca Nederland heeft nog niets van Hoogervorst zelf gehoord en wil daarom niet reageren.