Dr. de Vries: Moderne mens kan rechtvaardiging maar moeilijk vatten
Hij verdedigde al eerder de klassieke visie op de rechtvaardiging bij Paulus tegenover het nieuwe perspectief. In zijn nieuwste boek ”Justification Reconsidered” zet Stephen Westerholm zijn argumenten in kort bestek en heel helder neer.
De boodschap van de rechtvaardiging is in het zogenoemde nieuwe perspectief op Paulus geen antwoord op de vraag van het gekwelde geweten; mensen kunnen tot de gemeente van Christus behoren zonder aan bepaalde culturele codes te voldoen – met name de mozaïsche wetgeving. Snedig merkt Westerholm op dat dit nieuwe perspectief opvallend goed past in het culturele klimaat van de eenentwintigste eeuw. Hij stelt de vraag wat de betekenis hiervan in de eerste eeuw na Christus zou kunnen zijn. Hij bestrijdt dat een culturele overbrugging in die tijd de diepste reden zou kunnen zijn om tot de christelijke gemeente toe te treden of te behoren.
Toorn
In de eerste brief van Paulus aan de Thessalonicensen worden de woorden rechtvaardigheid en rechtvaardiging niet gebruikt. Als kern van het Evangelie noemt Paulus de redding van de toekomende toorn. In tegenstelling tot de meeste mensen in onze eeuw, was de toorn van God of van de goden voor de antieke mens een realiteit. De boodschap van de rechtvaardiging staat ook in die context. Dat blijkt duidelijk uit de eerste hoofdstukken van de brief aan de Romeinen. Wie de toorn van God ernstig leert nemen, zal de vraag gaan stellen hoe hij ervan verlost kan worden. De boodschap van de rechtvaardiging geeft dan ook het antwoord op de vraag van de mens hoe hij in Gods gericht kan bestaan.
Westerholm bestrijdt dat rechtvaardiging alleen over iemands status gaat en niets met het gedrag te doen heeft. In het Oude Testament blijkt juist overal dat iemand die rechtvaardig wordt genoemd, zich ook rechtvaardig gedraagt. Het fundamentele probleem is dat uiteindelijk vanwege de universele zondigheid niemand zich werkelijk rechtvaardig gedraagt. Het wonder van het Evangelie is dat iemand die goddeloos is, niettemin door geloof rechtvaardig wordt verklaard. De oorzaak van deze rechtvaardigverklaring is niet het gedrag van de gelovige, maar de hem geschonken gerechtigheid van Christus.
Dat jood en heiden op gelijke wijze tot de christelijke gemeente kunnen behoren, is niet de betekenis van de rechtvaardiging als zodanig maar een gevolg. Voor Paulus is fundamenteel dat de wet niet kan verlossen. In tegenstelling tot het zogeheten protorabbinale jodendom, gaat hij namelijk uit van de fundamentele zondigheid van de mens. De vloek van de wet is dan ook geen heilshistorische of ecclesiologische categorie. Dat laten de vloek uit Deuteronomium 28 en Psalm 143 –teksten waarop Paulus zich beriep– zien. De mens is, alleen al omdat hij deelt in Adams zondeval, niet in staat om te doen wat God van hem vraagt.
Het wonder van de boodschap van de rechtvaardiging is dat deze ons laat zien dat God zowel goed is als rechtvaardig. Zijn rechtvaardigheid blijkt in het feit dat Christus de vloek van de wet en daarmee de toorn van God op Zich neemt, en uit Zijn goedheid dat er geen verdoemenis is voor hen die in Christus Jezus zijn.
Westerholm laat zien dat het voor de moderne mens zo moeilijk is om de essentie van Paulus’ boodschap met betrekking tot de rechtvaardiging te vatten omdat deze niet pleegt te geloven dat de toorn van God op ieder mens rust.
Boekgegevens
Justification Reconsidered: Rethinking a Pauline Theme, Stephen Westerholm, uitg. Eerdmans, Grand Rapids, 2013; ISBN 978 0 8028 6961 6; 104 blz.; $ 15,-.