Nederlandse overheid nalatig in strijd tegen sekten
AMSTERDAM. De Nederlandse overheid is nalatig in het optreden tegen sekten, zoals in België en Frankrijk wél gebeurt. Ze verschuilt zich liever achter de vrijheid van godsdienst.
Die kritiek uitte journaliste drs. C. Damen vrijdag in Amsterdam tijdens het symposium ”Misstanden in nieuwe religieuze bewegingen”. De bijeenkomst was georganiseerd door het Centrum voor Religie en Recht van de Vrije Universiteit. Aanleiding vormde een recent rapport dat het Arnhemse Bureau Beke schreef in opdracht van het ministerie van Veiligheid en Justitie, ”Het warme bad en de koude douche”.
Volgens Damen, auteur van het boek ”Ik werd gek van geluk”, een verzameling getuigenissen van ex-sekteleden, weet de Nederlandse justitie niet adequaat in te spelen op crimineel gedrag van sektarische bewegingen. „Het aanklagen van een religieuze groep is een taboe in Nederland. Ieder heeft recht op zijn eigen religieuze beleving, dus moet een religieuze groep met rust worden gelaten, ook al is deze met criminele zaken bezig.”
In België en Frankrijk ligt de situatie heel anders. Er is daar een wet op mentale manipulatie. Straffen lopen op tot vijf jaar. Sekteleiders komen vaker achter de tralies. Damen: „De rechter is bereid meer moeite te doen om slachtoffers en de sekteproblematiek serieus te nemen. In België en Frankrijk kan een beweging ontbonden worden als de leider wordt bestraft. In Nederland kan dat niet, hier genieten sektarische bewegingen de bescherming en fiscale voordelen van kerkgenootschappen. Dit is geregeld in de zogenaamde ANBI-wetgeving.”
Wat is eigenlijk een sekte? Prof. dr. H. C. Stoffels, godsdienstsocioloog aan de VU, constateerde dat er rond de term sekte voortdurend een onaangename geur van dwang, misleiding, hersenspoeling en misbruik hangt. Dit soort beelden en opvattingen heeft wetenschappers er huiverig voor gemaakt om het woord sekte nog langer in de mond te nemen. Zij spreken liever van ”nieuwe religieuze bewegingen”.
Stoffels wil de term sekte terughoudend gebruiken. Belangrijke kenmerken zijn groepsdruk, charismatisch gezag en loyaliteit. Op den duur normaliseren de meeste groepen en gaan de scherpe kantjes eraf. Een groep kan de strijd blijven aangaan, maar hij kan zich ook een tijdje koest houden of zelfs ondergronds gaan.
Echt riskant wordt het volgens de hoogleraar pas als een groep, onder aanvoering van een charismatisch leider, zich onderdeel waant van een apocalyptisch gebeuren waarin strijd geleverd moet worden tegen duistere machten, niet alleen met geestelijke maar ook met fysieke wapens. „Maar voor zover ik kan overzien is daarvan in de Nederlandse context geen sprake.”
Dr. A. van Wijk, directeur van Bureau Beke, lichtte zijn onderzoek naar sekten toe. In Nederland zijn 84 sekten waarin sprake is van misstanden, stelde hij. Kenmerken van sekten, aldus Van Wijk, zijn onder meer hersenspoeling, manipulatie, wij-zij-denken, het feit dat aanhangers geen eigen mening meer hebben, groepsdruk, het afgeven van geld en goederen en isolatie van familie en vrienden.
In tegenstelling tot journaliste Damen stelde mr. drs. T. van Kooten, advocaat en onderzoeker, dat het instrumentarium voor de bestrijding van misstanden wel afdoende is. Een juridisch systeem blijft echter onvolmaakt en alles in regels te vatten is onmogelijk. Er is in de Nederlandse wetgeving nadrukkelijk gekozen voor de autonomie van de mens en er mag geen staatsdwang in geloofszaken zijn, dit gezien de vigerende vrijheid van godsdienst.
De overheid heeft dus een beperkt instrumentarium om in te grijpen bij nieuwe religieuze bewegingen, aldus Van Kooten. Tegen evidente uitwassen kan echter worden opgetreden door middel van het strafrecht. Ook kunnen personen tegen zichzelf worden beschermd door bijvoorbeeld een ondercuratelestelling of gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis. Bij het Efraïmgenootschap in Heinenoord heeft de rechter schenkingen aan de leider teruggedraaid.