Steekspel rond illegalenwet Teeven
DEN HAAG. Het wetsvoorstel strafbaarstelling illegaal verblijf moet van tafel, dreigde CU-voorman Slob vorige week. De oppositie stookt het vuurtje zo hoog mogelijk op.
Vragen, vragen en nog eens vragen. Die leven er bij SP, PVV, CDA en GroenLinks over het wetsvoorstel, naar aanleiding van Slobs dreigement. Dinsdag eisten de Kamerleden Gesthuizen (SP) en Voortman (GroenLinks) meteen duidelijkheid van de minister-president zelf. Komt verantwoordelijk staatssecretaris Teeven (Veiligheid en Justitie) nog met zijn wet? Of is het initiatief voor de rest van deze kabinetsperiode niet meer aan de orde?
Rutte antwoordde woensdag per kerende post. Hij onderstreept dat hij ook na 2014 nog op de steun van de CU rekent, voor zover het gaat om „de meerjarige doorwerking” van het eind 2013 bereikte begrotingsakkoord „en de zaken die daaruit voortvloeien.” Verder benadrukt hij dat het wetsvoorstel strafbaarstelling illegaal verblijf niet aan bod is geweest tijdens de onderhandelingen met D66, CU en SGP, laat staan dat het kabinet daarover toezeggingen zou hebben gedaan.
Kortom, Slobs oprisping zal de komst van de wet niet vertragen, maar komt het voorstel dan ook binnenkort naar de Kamer? Nee, zo blijkt. Na de mondelinge vragen aan Rutte kreeg Teeven van onder meer PVV en CDA via de vaste Kamercommissie van veiligheid en justitie de vraag wat zijn planning was. Woensdag reageerde hij in dezelfde geest als Rutte: Slobs dreigement verandert de planning niet.
Evengoed kan de wet nog maanden op zich laten wachten. De reden daarvan, zo schreef Teeven al eerder, is dat er nog onderzoek loopt naar de Europese terugkeerrichtlijn en het inreisverbod dat aan vreemdelingen die voor de eerste keer worden aangehouden kan worden opgelegd. Dit inreisverbod stelt een illegaal verblijf nu al strafbaar. Voor Teeven is dat de reden om eerst te laten uitzoeken hoe de strafbaarstelling van de overtreding van het verbod „in de praktijk wordt gehandhaafd.”
Conclusie: uitstel was al gegarandeerd en voordat er echt reuring over de kwestie kan onstaan, kan het zomaar najaar zijn.