Respect voor SGP-er Richard Tiemstra in het Brabantse land
SPRANG-CAPELLE. „Natuurlijk ga ik weleens ontmoedigd of verdrietig naar huis na een raadsvergadering. Het werk is boeiend en afwisselend, maar kent ook zijn teleurstellingen.” Dat zegt fractievoorzitter Tiemstra van de SGP in de gemeenteraad van Waalwijk. Hij is de enige SGP’er in de raad van Waalwijk, die 29 zetels telt.
Fier staat het campagnebord ergens in een weiland bij een drukke rotonde aan de rand van Sprang-Capelle – het dorp waar de fractievoorzitter en lijsttrekker van de plaatselijke staatkundig gereformeerden woont. ”Bouwen aan vertrouwen”, staat op het bord. De 51-jarige verkoper van bedrijfswagens lacht er goedkeurend bij.
Sprang-Capelle is het dorp waar de SGP het electoraal van moet hebben. Het nabijgelegen Waspik heeft een minder reformatorische ligging en Waalwijk –met pakweg 30.000 inwoners de grootste kern– is oorspronkelijk een industriestadje waar de roomse kerk het voor het zeggen heeft. Of hád, want ook daar heeft de secularisatie de afgelopen decennia toegeslagen.
„Ik ben opgegroeid in Sprang-Capelle, een protestantse enclave in het roomse Brabant. Hier voel ik mij thuis.” Tiemstra zegt het bijna liefkozend. „De charme van het wonen in een dorp is dat je elkaar kent en vaak tegenkomt. Dat maakt het eenvoudig om even ergens binnen te wippen. Ik probeer zo veel mogelijk tijd vrij te maken voor dergelijke ontmoetingen. Soms komen er dan zaken naar boven waar ik in de raad iets mee kan of zelfs mee moet.”
Tiemstra is de enige SGP’er in de raad van Waalwijk, die 29 zetels telt. De inbreng van de lokale partijen is groot. Ook het CDA is goed vertegenwoordigd en vaste klant in het college. VVD en PvdA wisselen elkaar daar af en ook de tweekoppige CU-fractie maakt regelmatig deel uit van de coalitie.
Principieel is het voor de SGP’er vaak vechten tegen de bierkaai. Zoals recent tijdens het debat over de koopzondagen. SGP, CU en CDA konden niet voorkomen dat de zondagopenstelling in Waalwijk en Waspik werd vrijgegeven. „In Sprang-Capelle blijven de winkels op zondag nog dicht, maar we zijn bang dat de druk toeneemt om dit in de toekomst te veranderen.” De SGP’er benadrukt dat er voor de herindeling in 1997 afspraken zijn gemaakt om de eigen identiteit van Sprang-Capelle te respecteren. „Die afspraken lijken te vervagen. Wij zien het als onze taak ze levend te houden.”
Ook al wordt het standpunt van de SGP door de raadsmeerderheid niet altijd gedeeld; respect is er wel degelijk. „Het maakt me weleens beschaamd, soms krijgen we zelfs steun uit onverwachte hoek. Ons voorstel om de eindtijd voor evenementen in Waalwijk op zaterdagavond twaalf uur te stellen, werd na een fel en principieel debat aangenomen. Nota bene dankzij de steun van twee leden van D66. Tot nu toe is er voldoende ruimte om het Bijbelse getuigenis te laten horen op de momenten dat dit past.”
Niet alleen in de raad bestaat respect voor de principes en inzet van Tiemstra. Toen hij zich een paar jaar geleden verzette tegen een carnavalsfeest voor de plaatselijke jeugd werd hij op internet in een column neergesabeld. Waalwijkers – „we zijn rooms en vieren carnaval” – namen het echter nadrukkelijk voor hem op en nodigden de schrijver uit zich beter van de feiten op de hoogte te stellen. En onlangs werd hij door het Brabants Dagblad in het zonnetje gezet als actief raadslid dat met zijn vragen en inbreng opvallend aan de weg timmerde. De SGP’er zelf reageert bescheiden: „We werken praktisch mee waar het kan en zijn principieel als het nodig is. Politici weten wat ze aan de SGP hebben. Afspraak is afspraak.”
Er is hoop op een toename van het aantal stemmen, en misschien zelfs zetelwinst. Tiemstra sluit deelname aan coalitieonderhandelingen niet bij voorbaat uit. Onwillekeurig gaan de gedachten terug naar acht jaar geleden, toen hij voor het eerst lijsttrekker was van de SGP. „Met een minimale marge van twee stemmen mochten we onze ene zetel behouden. Dat heeft me destijds zeer verwonderd. Daar zat van mij niets bij. Het hield me klein. Ik voelde me verantwoordelijk om me bij het werk in de raad met de mij geschonken talenten maximaal in te zetten. Het zorgde bovenal voor afhankelijkheid. Alleen in dat besef kan ik mijn werk doen.”
Zit het een keer tegen in de raad, dan weet hij zich omgeven door „een verstandige vrouw” en andere mensen die hem omringen. „Het belangrijkste is echter dat ik mag weten dat niet de macht van het getal, maar de Heere regeert.”