Kwart miljoen Syriërs voortdurend onder vuur
GENÈVE (ANP/DPA). Zeker een kwart mijoen mensen in Syrië liggen in belegerde plaatsen vrijwel voortdurend onder vuur. Ze worden bestookt met zware wapens inclusief artillerie en worden bovendien door de strijdende partijen vaak afgesloten van voedsel, medische hulp en andere basisbehoeften.
Dit heeft de Syrië-commissie van de Mensenrechtenraad van de VN woensdag naar voren gebracht. Beide zijden in de burgeroorlog maken gebruik van de belegeringstactiek en uithongering van de burgerbevolking, maar de regeringstroepen doen dat het meest. Beide partijen begaan oorlogsmisdaden, zoals opzettelijke aanvallen op burgers, moorden, executies, martelingen en verkrachtingen.
De strijdende partijen bedienen zich allebei van wapens die garant staan voor burgerslachtoffers. Regeringstroepen zetten volop hun luchtmacht en artillerie in, terwijl rebellengroepen steeds vaker zelfmoordaanslagen plegen en geïmproviseerde explosieven laten ontploffen.
Omdat de commissie niet welkom is in Syrië, baseert ze zich op gesprekken met slachtoffers en getuigen in het Arabische land waar al bijna 3 jaar een bloedige strijd woedt. In totaal spraken de onderzoekers met 563 mensen. Via Skype en telefoon bereikten ze mensen in het land zelf. Daarnaast spraken ze met gevluchte Syriërs in het buitenland.
De onderzoekers van de Mensenrechtenraad vinden dat de daders berecht moeten worden door het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag. De VN-Veiligheidsraad moet het hof volgens hen opdracht geven een onderzoek te openen. De kans daarop lijkt niet groot, aangezien Syrië’s bondgenoot Rusland een veto heeft in de Veiligheidsraad.