Kabinet wil niet met CDA onderhandelen
DEN HAAG (ANP). Het kabinet gaat het CDA niet betrekken bij de onderhandelingen met de oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP over de begroting van 2015. Dat blijkt uit de woorden van minister Jeroen Dijsselbloem van Financiën bij RTL Nieuws dinsdagmiddag. Dijsselbloem zei dat hij heel terughoudend is om CDA-leider Sybrand Buma te laten aanschuiven.
„Toen het heel moeilijk was heeft het CDA het kabinet en onze plannen fors gekapitteld. Het moest anders. Nu de kabinetsplannen er aan hebben bijgedragen dat het de goede kant op gaat, hoor ik dat ze willen aanschuiven. Mijn loyaliteit ligt bij de partijen die toen met ons moeilijke beslissingen hebben genomen. Met die partijen ga ik de samenwerking aan en erna komt het in de Kamer en kan iedereen er een opvatting over hebben”, aldus Dijsselbloem.
Ook dinsdagochtend reageerde hij al cynisch op Buma, die afgelopen weekend had gezegd dat hij wil meepraten over de begroting. „Als dat serieus zou zijn…”, zei Dijsselbloem daarover.
Vicepremier Lodewijk Asscher verwelkomt het aanbod van het CDA om mee te praten maar hij zei dinsdag ook dat het kabinet eerst met de ‘constructieve’ oppositiepartijen D66, ChristenUnie en SGP om de tafel wil. Die partijen hadden immers „hun nek uitgestoken” door in oktober afspraken te maken met het kabinet over de begroting van dit jaar. D66, ChristenUnie en SGP deden op meerdere dossiers al zaken met het kabinet, dat hun steun nodig heeft voor een meerderheid in de Eerste Kamer.
Asscher was cynisch over de voortdurende kritiek van het CDA op de ‘sectorplannen’ van het kabinet voor meer werkgelegenheid. Mensen hebben volgens hem niks „aan de loze praatjes van het CDA, maar wel iets aan een echte baan”.
Dijsselbloem maakte verder duidelijk dat hij niet voelt voor lastenverlichting. Politiek gezien kun je overal toe besluiten, maar het is niet zo dat er nu geld over is, waarschuwde hij. Nog altijd heeft de overheid volgend jaar een tekort van 12 à 13 miljard euro op de begroting. „Er is geen geld over. Laten we niet uitgeven wat er niet is.”