Pompshop dreigt te duur te worden
De winkels bij benzinestations moeten goed op hun prijzen letten. Als ze dat niet doen, wacht ze hetzelfde lot als de horeca, waar klanten massaal zijn weggelopen.
Dat heeft marktonderzoeksbureau Information Resources, dat verkoopgegevens van deze winkels bijhoudt, woensdag gezegd.
Ongeveer de helft van de mensen die tankt, koopt ook wat. „Het gaat dan vooral om aankopen die in een impuls worden gedaan”, legt Y. van Veen van het onderzoeksbureau uit. Volgens haar hebben de winkels de afgelopen periode juist geprofiteerd van de malaise in de horeca. „Mensen die eerder naar Van der Valk gingen, kopen nu een broodje bij de benzinepomp.”
De omzet in verse producten stijgt dit jaar volgens het bureau dan ook met ongeveer eenderde. „Als de pomphouders niet goed op hun prijs letten, gaan de mensen straks hun broodtrommeltje weer meenemen. Dat is namelijk de volgende stap.”
Shell voorziet nog niet direct dat consumenten die artikelen links laten liggen. Oliemaatschappij BP zegt dat de prijzen in de pompwinkels concurrerend zijn. Het bedrijf speurt naar mogelijkheden om de oppervlakte te vergroten.
De omzet in pompshops is de afgelopen jaren flink gegroeid, maar het tempo neemt af. Dit jaar verkopen ze voor 1,5 miljard euro, exclusief benzine. Dat is een stijging met circa 11 procent ten opzichte van het vorige jaar.
Exploitanten van pompshops doen van alles om hun verkoop te stimuleren. Ongeveer drie jaar geleden begonnen allerlei winkelketens miniwinkels in pompshops te bouwen. Zo heeft de producent van bakkerijproducten Délifrance ook zogeheten corners in pompshops. Veel initiatieven hielden het niet lang vol. Andere, zoals AH to go bij Esso, hebben het wel gered.
Ook non-food rukt op. The Body Shop test sinds mei van dit jaar artikelen in vier winkels van BP. Het bedrijf kan nog niet zeggen of de proef wordt voortgezet. Ook Shell is intensief met de winkels bezig. „Daarbij kijken we naar gemaksartikelen zoals een dvd”, zegt een woordvoerder.