Bond eist compensatie voor IJsselmeervissers
LEMMER. De Nederlandse Vissersbond wil dat de IJsselmeervissers gecompenseerd worden voor de teloorgang van de visstand in het binnenwater. Dat is zo schoon geworden dat veel soorten er nauwelijks meer in kunnen leven.
Vanmiddag werd in Lemmer het Masterplan Toekomst IJsselmeer gepresenteerd. Dit plan is opgesteld door een werkgroep onder voorzitterschap van Marjan van Kampen-Nouwen, die tevens burgemeester is van Schagen.
Hoewel het plan bij het sluiten van deze krant nog niet openbaar was, is volgens secretaris Derk Jan Berends van de visserbond duidelijk dat de overheid erop aanstuurt dat de IJsselmeervissers drie jaar hun schepen stil moeten leggen om de visstand te herstellen. Dit betekent volgens hem het einde van de IJsselmeervisserij, terwijl de visstand er niet door zal verbeteren. „De overheid draait aan de verkeerde knoppen.”
Volgens de bond hebben de vissers vanaf de jaren tachtig „niets anders gedaan dan inleveren.” Stilliggen helpt slechts tijdelijk. Berends: „De echte duurzame oplossing is het uitkopen van een groot deel van de vissers en deze omscholen naar andere beroepen.” Hij schat dat dit ongeveer 15 miljoen euro kost.
De vissersbond vertegenwoordigt alle 73 visserijbedrijven die op het IJsselmeer en Markermeer mogen vissen. Samen hebben zij 68 schepen. Volgens de bond is door de jaren heen op het binnenwater al 85 procent van de visserijinspanning ingeleverd. Toch is de visstand voortdurend verslechterd. „Het is te makkelijk om de vissers daarvan de schuld van te geven.”
Volgens Berends is het IJsselmeerwater simpelweg te schoon. Oorzaken daarvan zijn volgens hem de vervanging van fosfaten in wasmiddelen en de terugdringing van uitspoeling van meststoffen in de landbouw. De vis heeft daardoor te weinig voedsel. Berends spreekt van een „ecologische ramp”, die niet alleen de beroepsvissers bedreigt maar ook de vogelstand.
„Het water is zo helder dat je in het voorjaar bijna tot op de bodem van het meer kunt kijken. Vroeger kon je bij het pootjebaden je voeten niet eens zien. Dat lijkt mooi, maar vis voelt zich er niet in thuis. In een glas water kan ook geen vis leven”, aldus de secretaris.
Het masterplan richt zich vooral op herstel van de zogenoemde schubvissen, zoals snoekbaars, baars, brasem en blankvoorn. Paling wordt al beschermd doordat op die soort slechts vier maanden per jaar mag worden gevist. Daardoor is uitwijken naar paling voor de vissers ook geen optie.
Berends noemt de teloorgang van de IJsselmeervisserij „verschrikkelijk” voor de betrokkenen. „Sommige families leven al meer dan tien generaties van het IJsselmeer en voorheen de Zuiderzee.”