PYONGYANG (AP). De Zuid-Koreaanse zendeling Kim Jung-wook die al vier maanden vastzit in een Noord-Koreaanse gevangenis heeft de Noord-Koreaanse regering gevraagd om vrijgelaten te worden. Dat deed hij donderdag op een persconferentie in Pyongyang.
Kim werd begin oktober gearresteerd in het noorden van het land. Hij was illegaal de Chinese grens overgestoken en wilde een ondergronds netwerk van christelijke kerken in Noord-Korea op te zetten. Kim smokkelde bijbels, christelijke lectuur en films het land in. Hij zegt te zijn geholpen door de Zuid-Koreaanse inlichtingendienst. Kim werd een dag nadat hij de grens was overgestoken gearresteerd.
Op de persconferentie betuigde Kim spijt voor zijn daden en smeekte hij de Noord-Koreaanse regering om hem vrij te laten. Hij zei duizenden euro’s van de Zuid-Koreaanse inlichtingendiensten te hebben gekregen om Noord-Korea in een religieus land te veranderen en een netwerk van Noord-Koreaanse spionnen voor Seoul op te zetten. Hij noemde zichzelf een crimineel en zei al een netwerk van Noord-Koreaanse spionnen in China te hebben.
Of deze woorden van Kim zelf komen, valt te betwijfelen. De Noord-Koreaanse regering dwingt gearresteerde buitenlanders vaker om door Pyongyang opgestelde verklaringen voor te lezen. In oktober werd de Amerikaanse Koreaveteraan Merrill Newman in Noord-Korea opgepakt. Hij moest later een schuldbetuiging voorlezen die meerdere taalfouten bevatte. Newman verklaarde achteraf dat de verklaring door Noord-Korea was opgesteld.
Hoewel de Noord-Koreaanse grondwet officieel geloofsvrijheid garandeert, is het communistische land al jaren het land waar de meeste christenen ter wereld worden vervolgd. Noord-Koreanen kunnen voor het bezitten van een bijbel of het toegeven christen te zijn al naar een strafkamp worden gestuurd.
Het is niet bekend wat voor straf Kim opgelegd krijgt. De Zuid-Koreaanse inlichtingendienst zegt geen banden met Kim te hebben en ontkent een spion naar Noord-Korea te hebben gestuurd. Op dit moment zitten er waarschijnlijk nog twee zendelingen gevangen in Noord-Korea.