Spijbelende scholier riskeert celstraf
Spijbelende scholieren in Twente lopen vanaf januari het risico dat zij worden veroordeeld tot enkele weken celstraf in een jeugdinrichting. Het gaat om een proefproject van het Openbaar Ministerie (OM) in Almelo.
„We richten ons met name op de notoire spijbelaars die afglijden en het criminele pad dreigen op te gaan. Met de jeugddetentie als stok achter de deur willen we dat voorkomen," zei woensdag een woordvoerder van het OM in Almelo.
Het OM richt zich op jongeren van twaalf tot zestien jaar. Het gaat niet om scholieren die wel eens van school verzuimen, maar om probleemgevallen die veel overlast veroorzaken. „In Twente hebben we het dan over enkele tientallen tieners per jaar", is de inschatting van de woordvoerder.
Volgens het OM Almelo moet in overleg met de jeugdhulpverlening en reclassering worden bepaald op welke wijze de spijbelaars tot inkeer kunnen komen. „Jeugddetentie is daarin de laatste schakel. We denken in eerste instantie aan een voorwaardelijke straf van twee weken. Maar uiteindelijk is het de kantonrechter die bepaalt of iemand ook daadwerkelijk in een jeugdinrichting verdwijnt. Het is ook denkbaar dat de rechter het nog eens wil proberen met een taakstraf."
Het college van procureurs–generaal houdt vast aan de landelijke richtlijn om spijbelaars een geldboete op te leggen of een taakstraf. „Wij vinden celstraf voor spijbelen heel erg krachtig. Landelijk is celstraf niet aan de orde. Spijbelen is een overtreding, geen misdrijf", aldus een woordvoerder.
De GroenLinks–fractie in de Tweede Kamer denkt dat de Leerplichtwet celstraf voor een minderjarige niet toelaat. Aan minister Donner (Justitie) vraagt de fractie of dit klopt. Verder zou de minister het experiment onmiddellijk een halt toe moeten roepen. Verblijf in een jeugdinrichting zou een notoire spijbelaar alleen maar verder op het slechte pad brengen.
Ook de Onderwijsbond CNV denkt dat celstraffen averechts werken. Taakstraffen in bijvoorbeeld bejaardencentra of ziekenhuizen zouden veel meer zoden aan de dijk zetten. Verder moeten ouders meer op het gedrag van hun kinderen aangesproken worden.