De belangenorganisatie meent dat auto’s pas vier jaar na aankoop in plaats van na drie jaar gekeurd hoeven te worden. Daarna zou een auto, totdat hij acht jaar oud is, één keer in de twee jaar naar de keuring moeten. Nu is dat elk jaar. Als een auto ouder is dan acht jaar, kan de keurmeester zelf bepalen wanneer de wagen terug moet komen, stelt de ANWB.

„Door deze vermindering van het aantal keuringen komt de veiligheid niet in gevaar”, vertelt een woordvoerder van de organisatie. Ongelukken worden volgens de ANWB over het algemeen niet veroorzaakt door technische mankementen van auto’s.

De herziening van de APK zou veel autogebruikers geld schelen. Ongeveer 70 procent van alle autobezitters rijdt in een auto van drie jaar of ouder. De kostenbesparing in de eerste acht jaar van een autoleven zou ongeveer 120 euro zijn, volgens de ANWB. De jaarlijkse kostenbesparing van alle autobezitters samen schat de belangenorganisatie op 450 miljoen euro.

De Bovag meldt in een reactie dat de ANWB „wel heel erg makkelijk conclusies trekt.” Zonder de verplichte APK-keuring zullen volgens de Bovag veel mensen minder onderhoud aan hun auto laten plegen, met alle gevolgen voor de veiligheid en het milieu van dien.

„Mensen worden er bijvoorbeeld niet op attent gemaakt dat de remmen gecontroleerd moeten worden. Dan zullen ze de reparatie ook niet snel uitvoeren. Bovendien merk je met nieuwe auto’s niet zo snel of de wagen onderhoud nodig heeft”, vertelt een woordvoerder van de Bovag.

Ook de RDW, de voormalige Rijksdienst voor het Wegverkeer, is bang dat in de voorstellen van de ANWB de jaarlijkse onderhoudsbeurt door bestuurders wordt overgeslagen, omdat de verplichting wegvalt.

Het Algemeen Dagblad meldde vanmorgen dat er per jaar 450.000 wagens ten onrechte worden goedgekeurd. Dat is 8 procent van aantal auto’s dat jaarlijks gecontroleerde wordt en dat zijn er 5,7 miljoen. Omdat keurstations auto’s goedkeurden die niet in orde waren, verloren vorig jaar 140 stations tijdelijk hun erkenning, aldus het AD.