De 39-jarige Renzi, die zaterdag officieel werd beëdigd als opvolger van Enrico Letta, moet dinsdag nog de stemming in de Kamer van Afgevaardigden overleven. Daar is zijn meerderheid ruimer. Alleen zijn eigen Democratische Partij (PD) heeft al 293 van de in totaal 630 zetels in handen.

De meerderheid die Renzi in de Senaat achter zich kreeg, was evenwel krapper dan zijn voorganger Letta in december. Die overleefde toen een vertrouwensstemming met de hulp van 173 senatoren. Letta vertrok eerder deze maand echter alsnog als premier, nadat zijn partij op initiatief van Renzi het vertrouwen in hem had opgezegd.

Renzi, die deel uitmaakt van de rechtervleugel van de PD, uitte al maanden kritiek op Letta, wiens hervormingsbeleid volgens hem te weinig vooruitgang boekte. Wat Renzi betreft blijft hij aan tot 2018 om zijn land uit het moeras te trekken. Italië, de derde economie van de eurozone, kampt met een enorme staatsschuld en hoge werkloosheid. „Mocht blijken dat we deze uitdaging niet aankunnen, komt dat op mijn conto”, deelde hij de Senaat, die hij graag wil opheffen, mee.

In maart wil Renzi met een voorstel voor hervorming van de arbeidswetgeving komen en in april met voorstellen voor veranderingen in het openbaar bestuur. In mei ten slotte zouden de ministers het eens moeten zijn geworden over een nieuw belastingstelsel.