Sudan praat met evangelist Graham uit VS
De Amerikaanse evangelist Franklin Graham, directeur van de internationale hulporganisatie Samaritan’s Purse, heeft begin deze week gesproken met het moslimregime in Sudan. Hij was hiervoor uitgenodigd door president Omar al-Bashir.
Dat bericht de nieuwsdienst DeMoss News Pond.
Graham, zoon van de bekende evangelist Billy Graham, heeft in het verleden de politiek van Sudan regelmatig bekritiseerd vanwege haar militaire acties tegen de zuidelijke, meestal christelijke, opstandelingen. Maandag ontmoette hij president Omar al-Bashir in diens paleis in Khartoem. De twee bespraken de pogingen om een vredesaccoord tot stand te brengen in de Sudanese burgeroorlog, die nu al twintig jaar duurt. Het conflict wordt uitgevochten tussen de regering van Sudan en de zuidelijke bevrijdingsbeweging SPLM en heeft naar schatting al aan meer dan 2 miljoen mensen, vooral christenen en aanhangers van natuurreligies, het leven gekost.
Graham bezocht Sudan dit jaar voor de derde keer; Khartoem voor het eerst. Maandag sprak hij ook met de vice-president, met de minister van Buitenlandse Zaken, met de Sudanese Raad van Kerken en met de Interreligieuze Raad.
„Dit is een regering waar ik veel kritiek op heb, maar ik vind het geweldig dat ze deze stappen genomen heeft”, aldus Graham. „We kunnen het dan niet eens zijn over de islam, we kunnen een verschillend geloof hebben, maar we kunnen wel in vrede samenleven.”
Volgens de evangelist heeft de Sudanese regering hem de vrijheid gegeven om te gaan en staan waar hij maar wil. Hij is van plan deze week 80.000 schoenendozen met cadeaus weg te geven, als onderdeel van zijn jaarlijkse actie Operation Christmas. Daarnaast kreeg hij toestemming om op de nationale tv dertig minuten lang over vrede te spreken.
In Zuid-Sudan wonen veel christenen, die zwaar vervolgd worden door het moslimregime. Er zijn voorbeelden van kruisiging, ophanging, verdrinking en slavenhandel. Bronnen wijzen erop dat extremistische groeperingen die in Afrika en Azië de christenen zeer bloedig vervolgen, banden hebben met al-Qaida. De groepering heeft cellen in Algerije, Nigeria, Indonesië, Filippijnen en in mindere mate in Maleisië, Bangladesh, Pakistan en Afghanistan. Nauwere contacten heeft al-Qaida met de radicale islamitische militaire regering van Sudan, die tot de ergste christenvervolgers behoort.