Winkelcentra maken online een vuist tegen webshops
EDE/VEENENDAAL. Consumenten kopen steeds meer via internet, de ‘stenen’ winkels merken het aan de dalende omzetten. Lokale winkelcentra leggen zich daar echter niet bij neer. Ze maken een vuist tegen de populaire webshops door zich gezamenlijk op internet te presenteren.
Een braadpan van 129 euro voor 89, een salontafel van 1295 voor 895, een meisjessweater van 39,95 voor 23,97: kortingen van 30 tot 40 procent zijn geen uitzonderingen op de internetpagina’s van het winkelcentrum van Ede. Ruim 350 winkels, bedrijven en horecazaken vormen samen ”hét warenhuis van Midden-Nederland”. Ze presenteren zich met de leus: „Winkel lokaal bij je vertrouwde winkels; betaal veilig, gewoon met iDeal.”
Het onlinewinkelcentrum is ontwikkeld door de plaatselijke internetonderneming Bazaroo, die inmiddels ook winkeliers in Tiel, Oss, Tilburg en Hulst een collectief digitaal podium heeft gegeven. De sites hebben een lokale uitstraling, met foto’s van plaatselijke plekjes en een evenementenkalender. „Waarom zouden consumenten de bekende winkels uit de eigen woonplaats niet op internet vinden en wel naar bol.com gaan?” motiveert Bazaroo. „Het onlinewinkelcentrum combineert de lokale service zoals ze zijn gewend met het gemak van internet: zoeken, vinden, kopen en naar keuze afhalen of –dezelfde dag nog– laten bezorgen.”
Edese winkels zijn ook aanwezig op winkelstraatveiling.nl. „Online shoppen doe je in je eigen winkelstraat”, is daar de kreet. Er kan worden geboden op van alles: dekbedovertrekken, driegangenmenu’s, hondenkooien, een introductie-autorijles en kortingen op fietsen en fotosessies. Veenendaal, Renkum, Soest en Hilversum hebben eveneens een winkelstraatveiling, binnenkort doen plaatsen zoals Barneveld, Renswoude, Aalsmeer, Alkmaar, Amstelveen, Arnhem, Venlo en Den Haag mee.
De twee initiatieven moeten zich de komende tijd bewijzen. Webwinkel-Weblog, thuis in de wereld van de webshops, is positief over het digitale warenhuis van Bazaroo. „Het negeert de e-commerce, de elektronische handel, niet, maar schrijft tegelijkertijd de stenen winkels niet af. Het probleem van webwinkels, ten opzichte van de fysieke winkels waar we allemaal zo bekend mee zijn, is vaak toch dat de beleving ontbreekt. Een stenen winkel nodigt vaak uit tot binnenlopen, omdat het pand er mooi uitziet of omdat de vitrine vol staat met interessante spulletjes. De stenen winkel kan straks niet zonder internet, terwijl een wereld vol met alleen internetwinkels ook niet je-van-het zal blijken te zijn. Een onlinewinkelcentrum is een mooie stap in de goede richting.”
Onderzoekers van Droogh Trommelen en Partners (DTNP), die vorige maand de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Drenthe rapporteerden over ruimtelijk detailhandelsbeleid, denken in dezelfde lijn. Door de snelle groei van internetverkoop is er minder behoefte aan winkelruimte, met toenemende leegstand als gevolg. Sommige internetbedrijven hebben wel weer een locatie nodig waar consumenten naartoe komen om artikelen te bekijken of af te halen: een winkel of showroom, of gewoon een afhaalpunt.
„Door afhaalpunten tussen de winkels te vestigen, kan internetverkoop juist ook een kans betekenen voor een winkelgebied”, schrijven de onderzoekers van DTNP. „Consumenten kunnen besluiten toch nog even een winkel of de bibliotheek binnen te lopen. Afhaalpunten kunnen zo nieuwe publiekstrekkers worden in centrumgebieden die kampen met afnemende bezoekersaantallen en structurele leegstand. Ze zorgen voor meer mensen op straat en dus voor meer levendigheid in het centrum. Bovendien kunnen afhaalpunten leegstaande panden een nieuwe invulling geven.”