Celstraf geëist voor bezit hennepkwekerij
Tegen een 38-jarige Puttenaar en zijn 30-jarige medeverdachte uit Leusden is dinsdag respectievelijk achttien en vijftien maanden cel geëist. Beide mannen worden verdacht van deelname aan een criminele organisatie en het opzetten van hennepkwekerijen in onder meer Barneveld, Amersfoort en Soest.
De Puttenaar beriep zich dinsdag voor de Arnhemse rechtbank op zijn zwijgrecht. Zijn Leusdense lotgenoot deed dat tijdens een eerdere zitting ook al.
De openbaar aanklager trok hierop zijn conclusies en eiste respectievelijk achttien en vijftien maanden cel, waarvan een deel voorwaardelijk. Ook vindt de officier dat de mannen de winst die zij hebben behaald met hun illegale handel moeten terugbetalen aan de staat. Een vordering van het openbaar ministerie volgt nog.
Beide verdachten hielden dinsdag hun kaken stijf op elkaar. „Het is een dossier vol vermoedens”, was het enige wat de Puttenaar kwijt wilde. De man, die tijdens eerdere zittingen wel een verklaring heeft afgelegd, voelt zich het slachtoffer van slecht onderzoek van het OM.
De zaak kwam in april vorig jaar aan het rollen, toen de politie na maandenlang observeren een inval deed in een loods in Barneveld. Binnen trof ze een professioneel uitziende hennepkwekerij aan met bijna 5000 hennepplanten in tien zeecontainers. Ook zou er geknoeid zijn met de stroomtoevoer.
Al gauw bleek dat de loods op naam stond van de Puttenaar. Die verklaarde dat hij het gebouw had onderverhuurd aan een stel Polen. Wat er zich verder binnen afspeelde, daar zei hij niets van te weten. De Leusdenaar werd verschillende malen gezien op video-opnames die de politie de maanden ervoor buiten de loods had gemaakt.
Enkele maanden later rolde de politie in Amersfoort een tweede kwekerij op met zo’n 3600 planten. DNA-onderzoek wees uit dat de sigarettenpeuken die daar op de vloer lagen, waren opgerookt door de twee verdachten. In Uden ontdekte de politie eind 2002 een derde kwekerij. Ook deze loods zou op naam staan van de Puttenaar, die weer verklaarde het gebouw te hebben onderverhuurd.
Via de kliklijn werd de politie datzelfde jaar getipt dat er een hennepkwekerij schuilging in een woning in Soest. De bewoner van het pand verklaarde dat hij een jaar eerder door drie mannen was bedreigd. Als hij niet zou meewerken aan de kwekerij, zou zijn familie iets overkomen. De man wees de Leusdenaar aan als een van zijn bedreigers.
Hoewel de officier van justitie de rechtbank voorlegde hem op dit punt vrij te spreken wegens gebrek aan bewijs, achtte ze de rol van de Leusdenaar bij de illegale praktijken meer dan bewezen. Het DNA-onderzoek sprak volgens de openbaar aanklager boekdelen.
De rechtbank doet op 23 december uitspraak.