Ds. Vanhuysse: Hoopvol in Tongeren ondanks zorgen
Afgaand op zijn stralende lach heeft hij iets ongekends optimistisch. Is het zijn Vlaamse aard, zijn geloof of –gewoon– zijn karakter? Nee, zorgen over zijn gemeente heeft de Vlaamse predikant Toon Vanhuysse zeker. „Zo nu en dan ben ik best bezwaard over wat met de gemeente gebeurt, maar ik vind daarin rust dat God voor Zijn gemeente zorgt.”
Een rustige buitenwijk van het Belgische Tongeren, even over de grens bij Maastricht. De Stem van de Goede Herder, klinkt het opschrift van de Vlaams Gereformeerde Kerk nodigend. Geen afzonderlijk kerkverband met verschillende vertakkingen, maar een gemeente die op zichzelf staat, zij het met veel bindingen met Nederland. De gemeente wordt gesteund door stichting In de Rechte Straat (IRS). Elk jaar helpen Nederlandse jongeren in juli en augustus tijdens de evangelisatie- en vakantieweken in de Belgische stad.
Precies twintig jaar geleden, op 4 februari 1994, hield Toon Vanhuysse de eerste dienst in Tongeren. Als ex-priester zocht hij naar wegen om dienstbaar te kunnen zijn in het Koninkrijk. Maar waar? Hij vertelde ds. Herman Hegger, destijds directeur van IRS, wat hij op zijn hart had. „Ik zie nog zijn brede lach en doordringende ogen: Toon, dat moet je doen! Ik zal het met het bestuur overleggen. En zo is het ervan gekomen.”
Vanhuysse was afgelopen najaar ook 25 jaar werkzaam voor IRS. Inmiddels is hij 74 jaar en zoekt hij een opvolger. De grote vraag is wie hem gaat vervangen. Hij voelt dat zijn krachten langzaam afnemen. „Het is onbegrijpelijk wat ik in het verleden allemaal heb kunnen doen, maar niet in eigen kracht en dankzij Gods genade! Vorig jaar heb ik in overleg met IRS besloten om het geven van lezingen in Nederland te stoppen en mij geheel te wijden aan het werk in de gemeente. Gelukkig geeft de Heere mij een goede gezondheid, maar de noodzaak van een opvolger doet zich steeds meer gevoelen.”
De opvolging is echter niet zo gemakkelijk. „De poging om als gemeente aansluiting te vinden bij de Christelijke Gereformeerde Kerken is gestopt omdat de gemeente er niet voor was. Ze is een onafhankelijke gemeente en men vreesde vermoedelijk meer regels en bepalingen. Van belang is dat hier iemand uit Vlaanderen komt die weet wat zich in een rooms-katholieke omgeving afspeelt. Je moet de gemeente kennen. Het zijn eenvoudige mensen die je de Bijbel zo begrijpelijk mogelijk moet proberen uit te leggen.”
Tongeren is een gemeente met veel pastorale nood. „De meeste leden komen uit de Rooms-Katholieke Kerk en hebben van huis uit een wat losse moraal meegekregen. Zo zie je dat de wereld zijn invloed op de gemeente heeft, wat onder meer blijkt uit gebroken relaties en helaas ook weleens echtscheiding. Degene die mij opvolgt, moet dus veel tijd investeren in het afleggen van huisbezoeken.”
De gemeente trekt elke zondag zo’n zestig bezoekers. „In het verleden is dat weleens honderd geweest.” Het wordt even stil. „We hebben zo’n tien jaar geleden een heel vreselijke affaire gehad”, vervolgt Vanhuysse, met een verdrietig gezicht. „Onze jeugdleider maakte zich schuldig aan seksueel misbruik. Heel Tongeren wist ervan. Ik dacht: Hier houdt het definitief op. Het heeft mij op de knieën gebracht en ik heb mijn verdriet in de handen van de Heere mogen leggen. Hij heeft mij bemoedigd, zodat ik in rust en vertrouwen mijn werk aan Hem mocht overgeven. Ondertussen zijn er toen wel zo’n twintig leden weggegaan.”
De gemeente is bezig om onder leiding van IRS tot meer structuur te komen. Naast Vanhuysse is er één ouderling, zijn zoon. „Er was een diaken, maar die is weggegaan wegens overbelasting. Veel mensen hier behoeven materiële ondersteuning. We worden daarom ook onderhouden door IRS, want van de geringe collecteopbrengsten kunnen we onmogelijk leven en een kerkgebouw onderhouden.”
Vijandschap
Tongeren is geen gemakkelijke plaats voor een verkondiger van het Evangelie, zo is de ervaring van de predikant. „Er is zo’n grote onverschilligheid en vijandschap”, verzucht Vanhuysse. „Voordat ik hier kwam, zei ds. Johan Lukasse van de Belgische Evangelische Zending: Toon, Tongeren is een van de moeilijkste steden in België om mensen met het Evangelie te bereiken. Hij heeft gelijk gehad. Bijna niemand gaat hier meer naar de kerk, maar de mensen blijven wel rooms. Godsdienst is een zaak van tradities en gewoonten, en die geeft men niet op.”
Het grootste religieuze evenement van Tongeren is het kroningsfeest van Maria, of zoals dat in Vlaanderen heet: Maria Ommegang. „Dat feest wordt al meer dan honderd jaar gevierd en vindt om de zeven jaar plaats. Voor de volgende keer, in 2016, is men nu al druk bezig met de voorbereidingen. Het feest duurt twee weken en trekt vele duizenden bezoekers, ook vanuit Nederland en Duitsland. Scholen nemen deel aan de stoet, die als sluitstuk een enorm Mariabeeld heeft. De laatste keer waren de kardinalen van België en Nederland aanwezig, die voor het beeld knielden.”
Maria wordt voorgesteld als middelares, iemand die echt nodig is voor de zaligheid, zo laat Vanhuysse enkele citaten uit traktaatjes en bidprenten zien. De Mariacultuur is nauw verbonden met de geloofsbeleving van de inwoners van Tongeren, zo blijkt uit het dagelijks leven. „In Tongeren is een grot waarin een beeld van Maria staat, gelijk aan dat in Lourdes. Vorig jaar heeft het hier vreselijk geonweerd. De dag erop bleek dat het Mariabeeld van de sokkel was gevallen en voorover getuimeld in het zand. De volgende dag stond een grote kop in de krant: ”Mirakel in Tongeren”. De inwoners van de buurt geloofden namelijk dat Maria de blikseminslag had opgevangen in hún plaats. Zo worden mensen van Christus afgehouden.”
Vanhuysse ontmoette eens een vrouw die openstond voor de boodschap van het Evangelie, zo dacht hij. „Ze liet mij rustig uitpraten en vroeg aan het eind van het gesprek of ze zelf ook iets mocht zeggen. Toen volgde er een verhaal over twee van haar dochters die gewond waren geraakt bij een ernstig ongeluk. De ene herstelde snel, voor de andere had de dokter weinig hoop. Ze zou wellicht altijd in het ziekenhuis moeten blijven. De vrouw zocht toen haar heil in een Mariakapel en vroeg mensen in haar omgeving om negen dagen tot Maria te bidden. Wat gebeurde er? De vrouw ging na deze periode naar het ziekenhuis en kwam de dokter tegen die haar dochter bezocht had. Mevrouw, zei hij, er is iets gebeurd wat we niet kunnen begrijpen. Uw dochter is geheel gezond en mag met u mee. Dat heb ik aan Maria te danken, zei de vrouw tegen mij, en daarom blijf ik mijn vertrouwen op Maria stellen.”
Onkunde
De onkunde onder de rooms-katholieken is groot, aldus Vanhuysse. „Zelfs priesters weten amper wat de leer van Rome is, of trekken er zich niets van aan. Ik kwam eens een roomse godsdienstonderwijzeres tegen die niet eens een Bijbel in huis had. Ze vertelde de Bijbelverhalen aan de kinderen vanuit een kinderbijbel. Meneer, ik heb geen Bijbel nodig, zei ze, toen ik haar een Bijbel wilde aanbieden. Mag ik dan een dagboek geven? vroeg ik. Een dagboek waarin elke dag een tekst uitgelegd wordt. Nou, dat mocht ik haar wel overhandigen.”
Rooms-zijn is een kwestie van traditie, aldus Vanhuysse. „Kinderen worden gedoopt, gaan op hun zevende jaar naar de eerste communie, op hun twaalfde of dertiende is er de plechtige communie, de vernieuwing van de doopbelofte in de confirmatie. Daarna zie je hen echter nooit meer, totdat ze vanuit de kerk begraven worden. Ik heb veel roomse begrafenissen meegemaakt. De overledene was zo’n goed mens, is vaak de boodschap. Iedereen gaat naar de hemel, dus waarom zou je je nog ergens druk over maken en naar de kerk gaan? Alles komt toch goed. Daarom is het zo pijnlijk als je de boodschap brengt dat wie niet in Christus gelooft, voor eeuwig verloren is.”
Vanhuysse blijft vol hoop naar de toekomst kijken. „Als ik er niet meer ben, weet ik dat God Zelf voor de gemeente zorg zal dragen. Het werk onder kinderen en jongeren functioneert bijzonder goed, tientallen doen daar elke week aan mee. Reden om hoopvol en dankbaar te zijn.”
Zijn drijfveer is om mensen te vertellen welke heerlijke toekomst er bij God te vinden is. „De liefde van Christus dringt mij hiertoe. Mensen hier denken dat ze door goede werken zalig kunnen worden. Niemand is zeker van zijn zaligheid, dat kan volgens Rome ook niet. De Heilige Geest beweegt mensen echter om Christus te kennen. Wat is er toch in de mens, zo vraag je je weleens af, dat er zo veel genade nodig is om uiteindelijk zalig te kunnen worden. Uit zichzelf komt de mens nooit tot God. Hij kan alleen roemen in het kruis van onze Heere Jezus Christus. Hem zij daarom ook alle eer voor het werk in Tongeren. Ik weet dat mijn werk niet míjn werk is geweest, maar dat van de Heere.”
Levensloop Toon Vanhuysse
Antoon Jozef Daniël Vanhuysse werd in 1940 in de Vlaamse gemeente Zwevegem geboren. Zijn vader had een textielbedrijf. Hij groeide op in een streng rooms-katholiek milieu, waar de Bijbel niet op tafel kwam. Op 18-jarige leeftijd trad Vanhuysse in als novice in de kloosterorde van de oblaten van Maria te Leuven, een orde die sterk evangeliserend werkt onder armen. Na een studie van zeven jaar werd hij tot priester gewijd. In 1968 werd hij tewerkgesteld in de parochie van Antwerpen, van 1971 tot 1979 was hij werkzaam in de parochie van Houthalen.
Vanwege zijn moeite met allerlei rooms-katholieke dogma’s en omdat hij zelf vastliep in zijn geestelijke zoektocht, brak Vanhuysse in 1979 met de Rooms-Katholieke Kerk. Hij kwam in contact met ds. H. J. Hegger van stichting In de Rechte Straat (IRS). Met de hulp van IRS startte hij een evangelisatieproject in het Belgische Tongeren. Er ontstond een zelfstandige, protestantse gemeente, die in 1998 werd geïnstitueerd. Vanhuysse werd in 1999 door ds. Hegger bevestigd tot predikant van de Vlaams Gereformeerde Kerk van Tongeren. Ds. Vanhuysse kreeg acht kinderen, van wie er één is overleden, en acht kleinkinderen.