Tot dusverre waren het vestigingen van de Verenigde Naties, de Iraakse politie, de Italiaanse militairen in Irak, kantoren van hulporganisaties of buitenlandse ambassades die zelfmoordaanslagen te verduren kregen. De schroom om de zwaar bewapende en zichzelf behoedzaam beveiligende Amerikanen met zelfmoordaanslagen te belagen is kennelijk dinsdag verdwenen.

De Amerikanen worden doorgaans, zoals pas nog enkele malen in en rond Mosul, van enige afstand bestookt met vuurwapens en projectielen zoals granaten. Voorts ontploffen langs de weg geregeld bommen die van een afstand tot ontploffing worden gebracht.

Voor de 58 Amerikaanse slachtoffers en een Iraaks slachtoffer vallen de verwondingen uiteindelijk wel mee. Slechts een stuk of vier moesten in een ziekenhuis worden behandeld. De auto met explosieven werd voor de ingang door de Amerikanen beschoten en kwam zo feitelijk tot ontploffing naast een pand van de basis. Het scheelde echter niet veel of de aanvaller had een bloedbad onder de Amerikanen aangericht in Tall Afar.

De aanslag is vooral schokkend door de vrees die ze veroorzaakt dat de volgende keer de zelfmoordenaars wel veel doden veroorzaken onder de Amerikanen in Irak.

De aanslag heeft in ieder geval de Japanse regering er niet van weerhouden voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog een strijdmacht van enige omvang naar het buitenland te sturen. Tokio besloot dinsdag zeshonderd soldaten voor de wederopbouw van Irak naar dat land te sturen. Ze worden er half december verwacht.

Er vielen voorts in Bagdad dinsdagmorgen drie doden door een explosie in een moskee. Ten westen van de stad werd dinsdag een Amerikaanse legerhelikoper beschoten en die bij Fallujah een noodlanding moest maken. Maandagavond verloren drie Amerikaanse soldaten door een ongeluk 60 kilometer ten noorden van Bagdad het leven.