Een werkgroep die het onderzoek van het OM tegen het licht heeft gehouden, schrijft dat in een boek dat vrijdag verschijnt. De werkgroep wil eerherstel voor broeder Andreas (1917-1997) die als enige op een afdeling met veel sterfgevallen werkte en is afgeschilderd als moordenaar.

Het OM liet onderzoek doen nadat Wim Deetman tijdens zijn onderzoek naar seksueel misbruik in de kerk informatie ontdekte over de verjaarde sterfgevallen.

Verpleegkundige en voormalig geestelijk verzorger Jac Peeters schrijft in het boek dat de onderzoekers van het OM zich beter hadden moeten verdiepen in de geschiedenis van de zorg en de ernst van de handicaps van de jongens in het Gerarduspaviljoen.

Meer dan helft van de sterfgevallen vond niet plaats op de afdeling van Andreas. En na opheffing van de afdeling en het vertrek van de broeder overleden binnen een jaar nog 15 jongens, nuanceert de werkgroep.

Op basis van instellingsarts Guus Verstraelen is gesuggereerd dat broeder Andreas de kinderen te veel morfine heeft ingespoten. Zijn opvolger als huisarts in Heel Antoon Visschedijk schrijft dat verplegend personeel destijds bevoegd noch in staat was om injecties te geven. Ook had Andreas het materiaal niet.

De enige conclusie kan zijn dat Sint Joseph niet uitgerust was om diepzwakzinnigen ook maar op minimaal niveau te kunnen verzorgen. De eindconclusie moet zijn dat het vroegtijdig overlijden van een aantal diepzwakzinnige jongens het gevolg is van een collectief falen van de hele samenleving, aldus de werkgroep. Het OM-onderzoek is een gerechtelijke dwaling, concludeert advocaat Frank Dronkers.

Het boek zou donderdagavond worden gepresenteerd maar de schrijvers zegden de presentatie af omdat ze zich voelen bedreigd, onder andere door anonieme briefschrijvers.