C. werd voor zijn arrestatie jarenlang gezocht door de Nederlandse, Italiaanse en Spaanse justitie. In Nederland kwam hij in beeld bij een groot onderzoek naar internationale drugshandel. Hij zou een onmisbare schakel zijn tussen de Colombiaanse groothandel in cocaïne en misdaadorganisaties in Europa. Formeel wordt hij nu in Nederland beschuldigd voor deelname aan een criminele organisatie.

De verdachten in het Nederlandse onderzoek ontmoetten C. in 2009 in Colombia en Venezuela. Bij deze besprekingen ging het volgens justitie vooral om de verscheping van partijen cocaïne via West-Afrika naar West-Europa. Het Nederlandse onderzoek richtte zich op de internationale handel naar Nederland en het witwassen van grote geldbedragen.

De Spanjaarden zochten Zapata C. voor onder meer betrokkenheid bij een groot drugstransport in 2006, waarbij 2750 kilo cocaïne in beslag werd genomen. De Italiaanse autoriteiten denken dat de Colombiaan als connectie optrad tussen de maffia en Zuid-Amerikaanse drugshandelaren.

C. ontkent betrokkenheid bij drugshandel naar Nederland, benadrukte zijn advocaat Onno van der Lee aan de rechtbank. De verdachte heeft volgens hem illegaal brandstof die hij van corrupte militairen uit Venezuela afnam, geëxporteerd. Dat was zeer lucratieve handel en omdat het illegaal was, werd er in de afgetapte telefoongesprekken verhullend gesproken, legde Van der Lee uit.

De advocaat vindt dat Nederland geen rechtsmacht heeft om C. te vervolgen. De beschuldiging gaat over het leveren van cocaïne aan afnemers in West-Afrika. Wat die er daarna mee doen, kan C. sowieso niet in Nederland worden verweten, vindt hij.

De rechtbank heeft de zaak voor onbepaalde tijd aangehouden. De rechters kondigden aan later opnieuw te zullen kijken naar de rechtsmacht. Voor een definitieve beoordeling hebben ze eerst meer informatie nodig.