Als EU wil, kan ze glansrol krijgen in Israël; maar wil EU dat?
Als de Europese Unie wil, kan ze in Israël nog een glansrol spelen. Maar dan moet Israël dat ook willen. En daar zit het probleem; beide willen niet hetzelfde. En dus blijft die glansrol nog uit.
De Palestijnse Autoriteit blijft vrolijk voortstrompelen met het geld van de Europese Unie, klaagt de Israëlische wetenschapper Menachem Klein. Op het symposium ”Geen woorden maar daden” van de kritische organisatie Een Ander Joods Geluid (EAJG) op het Haagse instituut Clingendael gisteren gaf hij lucht aan zijn frustratie. Het gaat ook niet om weinig geld. De EU is de grootste geldschieter voor het Palestijnse bestuur. Al tientallen jaren is het leiderschap omgeven door verwijten van corruptie.
Het geld van de EU wordt niet gebruikt waarvoor het is bedoeld, aldus Klein. „Het gaat niet naar infrastructuur. Dan moet Europa een keer zeggen: Genoeg.”
Genoeg. Dat zou Europa ook moeten zeggen vanwege Israël, zo klinkt uit de mond van Adel Atieh, ambtenaar van de Palestijnse Autoriteit (PA). „Enkele jaren geleden heeft het Europees Parlement een handelsakkoord met Oezbekistan afgewezen omdat het land kinderarbeid in de landbouw toeliet. Israël is een land dat alle mensenrechten schendt. Waarom wordt dat dan behandeld als een bevoorrechte partner?”
Het symposium focust op de relatie tussen de Europese Unie en Israël. Over die verhouding zouden liefhebbers wel een week kunnen confereren, zo veel ongenoegen is er aan beide zijden. „De Israëliër wantrouwt de EU”, zo weet Miguel Angel Moratinos, voormalig EU-gezant in het Midden-Oosten, uit ervaring. De Spaanse diplomaat en oud-minister van Buitenlandse Zaken is voorafgaand aan een internationale ontmoeting weleens de zaal uit gewerkt. „Maar waarom eigenlijk? Het gezamenlijk belang van Israël en de EU is vandaag groter dan ooit.”
Christian Berger, de hoogste ambtenaar bij de Europese Commissie voor het Midden-Oosten, hoort in Israël vaak dat het Joodse land met de afzonderlijke Europese regeringen prima overweg kan, „maar niet met Brussel.” Brussel is kritisch op de Joodse nederzettingen in Palestijns gebied, en dringt erop aan dat Israël zich terugtrekt achter de grenzen van 1967. Berger: „Maar met deze richtlijnen draagt Brussel precies uit waar de hoofdsteden het over eens zijn.”
Moratinos probeert daarvoor een verklaring te geven. De afzonderlijke EU-lidstaten hebben vanuit hun eigen geschiedenis allemaal een andere, vaak pijnlijke relatie met Israël en het Jodendom. „Mijn eigen land, Spanje, heeft onlangs de Sefardische Joden het recht op nationaliteit geboden, vanwege de misdaden door de inquisitie. Zo hebben de Britten weer andere ervaringen, evenals de Duitsers. Al die afzonderlijke relaties maken de verhoudingen met Israël complex.”
Ook de Palestijn Atieh is het opgevallen dat EU-lidstaten zich door hun geschiedenis laten leiden. „Dat zie je op elk niveau terug.”
Hij pleit ervoor dit los te laten. Israël stelt zich aan als het „verwende kind” zegt hij. „En Europa geeft alles wat dat kind vraagt. Het andere kind krijgt niets. Het aantal nederzettingen in Palestijns gebied ligt nu al boven de 200, tegenover 72 ten tijde van de Osloakkoorden in 1993.”
Volgens Atieh is er zonder de EU „geen vooruitgang” in het conflict mogelijk. Daarom moet Europa niet historisch denken, maar politiek. En dat betekent dat de EU zich toelegt op het „corrigeren” van de koers van de Joodse staat. „Een bepaalde vorm van sancties is daarbij geboden. Brussel moet ook dreigen de Palestijnen te steunen bij de Verenigde Naties en met hun klacht bij het Internationaal Strafhof. Verwacht van Amerika in dit opzicht niets. Het Midden-Oostenbeleid wordt niet bepaald door het Witte Huis, maar door het Congres. En dat is op de hand van Netanyahu.”
Sancties vanuit de Europese Unie: voor sommigen is het een schrikbeeld, anderen likkebaarden erbij. Maar D66-Europarlementariër Marietje Schaake voorspelt dat die er voorlopig niet komen. „Het Israëlisch-Palestijns conflict is een van de meest splijtende onderwerpen in het Europees Parlement. Die scheiding loopt dwars door fracties heen.”
Persoonlijk is Schaake ook niet voor sancties tegen Israël. „Dat leidt in Israël alleen maar tot verharding en groei van extreme stromingen.”
Dat betekent niet dat er helemaal geen reden is Israël te straffen. „In alle akkoorden met zowel Israël als de Palestijnen zitten paragrafen over mensenrechten. Over de naleving daarvan hebben we onze vragen. De EU zou ongeloofwaardig worden als het Israël daar niet op aanspreekt.”
Het D66-EP-lid vindt het verdedigbaar om Israël –anders dan de Palestijnen– af te meten „aan de hoogste standaarden”, zegt ze. „Het land heeft een Europees karakter. Veel Israëliërs zien zich ook als Europeanen. Israël claimt de enige democratie in het Midden-Oosten te zijn. Dan moet je openstaan voor dit soort kritiek.”
Schaake geeft de Israëlische regering het advies mee te werken aan de vredesbesprekingen die de Amerikaanse minister Kerry in april zal heropenen. „Met de opkomst van een nieuwe generatie zie je in Europa de steun voor Israël afnemen. Nog even en de bevolking zal strengere eisen gaan stellen aan de Europese regeringen. Als Israël wijs is, beweegt het mee.”
Menachem Klein staat te boek als ”expert over Jeruzalem”. Voor die stad heeft hij een speciale taak voor de Europese Unie. Israëliërs en Palestijnen zullen immers nooit overeenstemming kunnen bereiken over Jeruzalem. Daarom zou het beter zijn als de EU het bestuur en de bewaking van deze stad op zich neemt. „Ook buiten Israël zijn er miljoenen mensen die willen dat deze stad in vrede blijft bestaan. Veel Israëliërs zullen er niet aan kunnen wennen als een andere mogendheid de stad bestuurt, maar veel andere opties zijn er ook niet.”
Voor de nederzettingen biedt Klein geen oplossing. „We gebruiken altijd nog het woord ”bezetting”, maar dat is vooral omdat er geen betere term is. Een bezetting is naar haar aard tijdelijk. Maar deze duurt al bijna vijftig jaar. De meeste mensen weten niet beter meer. Er is maar één machthebbende in het voormalige mandaatgebied Palestina, en de PA is onderaannemer. Het internationaal recht kent geen begrip om deze situatie te omschrijven. Zonder zware externe druk zal ze ook niet veranderen.”
Yariv Oppenheimer, van de Israëlische beweging Vrede Nu, benadert het anders. „De bezetting was bedoeld als tijdelijk. Langzamerhand gaan we allemaal inzien dat Israël zelf weleens tijdelijk zou kunnen zijn. Nu de zelfmoordaanslagen zijn opgehouden, is het verlies van internationale reputatie voor Joden het meest bedreigend. Het is te hopen dat dit Israël aanmoedigt mee te werken aan het aanstaande vredesoverleg.”