„Boskalis stapt uit biedingsronde havenproject in Israël”
Boskalis dingt niet langer mee naar de bouw van twee havens in Israël. De baggeraar en maritiem dienstverlener zou zich volgens de Israëlische krant Ha’aretz uit angst voor politieke consequenties hebben teruggetrokken. Maar volgens een bericht op de site van CIDI is die conclusie onjuist.
Boskalis liet aan CIDI weten dat de bieding niet aan de gestelde eisen voldeed. Het Israelische havenbedrijf is dan ook verbaasd over het bericht in Ha’aretz. Van angst voor politieke gevolgen was geen spoor te bekennen, aldus een woordvoerder van het havenbedrijf.
Volgens Ha’aretz diende Boskalis in december een voorstel in voor de bouw in Haifa en Ashdod onder de naam Holland Terminal. Kort daarop zou het bod al zijn ingetrokken.
Behalve Boskalis zou ook het Italiaanse Condote de Agua zich hebben teruggetrokken. De Belgische rivaal van Boskalis Jan De Nul heeft volgens de krant pas een voorstel ingediend nadat het toestemming had gekregen dat te doen via een Luxemburgse onderneming. Op die manier zou Jan De Nul potentiële opdrachtgevers in de Arabische wereld te vriend willen houden.
Steeds meer bedrijven, vooral uit Europa, trekken zich terug uit Israël. Pensioenbelegger PGGM staakte in januari investeringen in vijf Israëlische banken omdat die de bouw van Joodse nederzettingen zouden financieren. Ook waterbedrijf Vitens en ingenieursbureau RoyalHaskoningDHV besloten hun activiteiten in het land te staken.
Vitens zei bij de bekendmaking van het besluit in december graag neutraal te willen blijven. Het Israëlische waterbedrijf Mekorot, waarmee het samenwerkte, is „onvermijdelijk betrokken bij het Israëlisch-Palestijnse conflict door water te leveren aan nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever”, aldus Vitens destijds.