Het verbruik in 2006 piekte op 1830 miljoen ton olie-equivalent en daalde in 2012 tot 1680 miljoen ton olie-equivalent. Daarmee kwam het verbruik in 2012 vrijwel overeen met de 1670 miljoen ton olie-equivalent in 1990, aldus Eurostat.

Volgens het statistiekbureau moest in 2012 53 procent van de energie in de EU van buitenaf geïmporteerd worden. De productie in de EU zelf kwam dat jaar uit op 794 miljoen ton olie-equivalent. Daarvan nam kernenergie met 29 procent het grootste deel voor haar rekening, gevolgd door duurzame energie (22 procent), vaste brandstoffen zoals steenkool en hout (21 procent), aardgas (17 procent) en aardolie (10 procent).

De grootste energieverbruiker in de EU in 2012 was Duitsland met 319 miljoen ton olie-equivalent. Daarmee daalde het Duitse energieverbruik sinds 2006 met 9,2 procent. Frankrijk verbruikte in 2012 258 miljoen ton olie-equivalent, een afname met 5,3 procent ten opzichte van 2006. Het Nederlandse energieverbruik kwam in 2012 uit op 82 miljoen ton olie-equivalent, een stijging met 2,9 procent ten opzichte van 2006.

De grootste energieproducent in de EU in 2012 was Frankrijk met 133 miljoen ton olie-equivalent, ofwel 17 procent van de totale productie in de EU. Duitsland was dat jaar goed voor een productie van 124 miljoen ton olie-equivalent, ofwel 16 procent van het totaal. Nederland stond in 2012 op de vijfde plek van de grootste energieproducenten van de EU met 65 miljoen ton olie-equivalent, ofwel 8 procent van het totaal.