Griekenland stelt afgelopen jaar een overschot op zijn begroting te hebben geboekt, als de betalingen aan rente op de staatsschuld buiten beschouwing worden gelaten. Daarmee zou het land in aanmerking komen voor een lagere rente op de noodleningen van de eurolanden en zou het land mogelijk langer de tijd krijgen om het geld terug te betalen.

Volgens Rehn staat dat echter niet vast. „Dat is een besluit van de eurogroep”, zo liet hij weten. „We hebben eerst de officiële cijfers van Eurostat nodig, om te weten of er een overschot is gerealiseerd.” Die cijfers van het Europese statistiekbureau worden op 23 april verwacht.

Maar ook na die cijfers komt er geen snel besluit. Rehn wil eerst een nieuwe evaluatie van de trojka: de groep toezichthouders van de Europese Commissie, het Internationaal Monetair Fonds en de Europese Centrale Bank. „Daarna kunnen we analyseren hoe we kunnen zorgen voor een houdbare schuld en hoe we het financieringsgat in 2015 en 2016 kunnen aanpakken”, aldus de Fin.

De Griekse premier Antonis Samaras stelde zondag dat het zogeheten primaire overschot van Griekenland vorig jaar is uitgekomen op 1,5 miljard euro. Dat betekent dat de Griekse overheid 1,5 miljard euro meer binnenkreeg dan er werd uitgegeven, afgezien van de rente op de staatsschuld.

Daarmee zou het overschot bijna twee keer groter zijn dan het doel van 812 miljoen euro. Volgens de afspraken mag 70 procent van het overschot dat het doel overtreft, worden gebruikt om de Griekse bevolking te compenseren voor de gevolgen van de forse bezuinigingen van de afgelopen jaren. Voordat daarmee kan worden begonnen, moet echter worden gewacht op de cijfers van Eurostat.