Ondanks een demonstratieverbod, gingen mensen vrijdag toch weer de straat op. „Dat blijven we doen, om dezelfde redenen als gisteren en eergisteren: inflatie, gebrek aan veiligheid en een onderdrukkend bewind dat weigert onze medestanders vrij te laten”, verklaarde een student.

Wat Maduro betreft duren de protesten niet veel langer. „Dit is Oekraïne niet”, zei hij donderdagavond, verwijzend naar de maandenlange antiregeringsprotesten in het Oost-Europese land. Hij riep wel zijn eigen aanhangers op om zaterdag de straat op te gaan.

Oppositieleider Leopoldo López zat volgens partijgenoten vrijdag gewoon thuis, ook al loopt er een arrestatiebevel tegen hem. De autoriteiten verdenken hem van moord en terrorisme. López twitterde dat Maduro „het lef niet heeft” om hem te arresteren.

Ongeveer 50.000 mensen protesteerden woensdag tegen het beleid van Maduro, die in april vorig jaar werd gekozen tot staatshoofd. Ze verwijten de socialistische president dat hij te weinig doet tegen corruptie en misdaad en een slecht economisch beleid voert, waardoor er gebrek is aan de meest basale dingen zoals wc-papier.