Rutte begrijpt irritatie bij Samsom over motie van wantrouwen
DEN HAAG (ANP). Premier Mark Rutte begrijpt de irritatie bij PvdA-leider Diederik Samsom over de motie van wantrouwen die deze week tegen diens partijgenoot minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken) werd ingediend. Of hij zelf die irritatie deelt, wilde hij niet zeggen. Wel vindt Rutte dat Plasterk en minister Jeanine Hennis van Defensie de Tweede Kamer goed hebben geïnformeerd over het onderscheppen van telefoongegevens.
Rutte zei dat vrijdag tijdens zijn wekelijkse persconferentie. Hij denkt ook niet dat de relatie tussen de coalitie en ‘bevriende’ oppositiepartij D66 is geschaad. Ook maakt hij zich geen zorgen over de stabiliteit binnen de PvdA. Volgens mediaberichten zou de positie van Samsom in de fractie ter discussie staan.
De premier heeft er ook begrip voor dat de oppositiefracties D66, ChristenUnie en SGP, die met het kabinet samenwerken, proberen hun eigen stempel te zetten op bepaalde dossiers. Dat gebeurt ook door de regeringspartijen VVD en PvdA, aldus de premier.
Rutte wees erop dat politici als Samsom en D66-leider Alexander Pechtold „voortreffelijke politici” en „mensen van vlees en bloed” zijn en „tegen een stootje kunnen”. Hij kent beiden „als zijn broekzak” en vindt het goed dat zij hun emoties uitspreken als dat nodig is. Dat het dan „knettert” werkt „reinigend”, aldus de premier. „Niet opkroppen!” Samsom is volgens Rutte een „buitengewoon betrouwbare” partner in de coalitie.
Over het debat met Plasterk zei Rutte nog dat die het in het Kamerdebat „goed heeft gedaan”. De motie van wantrouwen tegen hem is verworpen en Plasterk zit er nog, constateerde de premier. Hij is daar „blij” om.
Ook andere VVD’ers maken zich geen zorgen over de stabiliteit van de coalitie. Minister Henk Kamp vindt Samsom niet te emotioneel. „Ik maak Samsom vaak mee en vind hem zeer beheerst. Ik heb Samsom weken achter elkaar onder hoge druk meegemaakt bij de kabinetsformatie. Ik vind hem een zeer beheerst persoon. Wat hem betreft heb ik geen enkele ongerustheid. En over de stabilteit van de coalitie maak ik me ook niet ongerust.”