Samsom en Pechtold praten het uit
DEN HAAG (ANP). PvdA-leider Diederik Samsom en zijn D66-collega Alexander Pechtold hebben donderdag een „goed gesprek” gehad, waarin „een en ander is opgehelderd”, hebben ingewijden vrijdag laten weten. Volgens bronnen lijkt het conflict tussen hen nu uit de wereld.
Eerder deze week toonde Samsom zich geërgerd over de door Pechtold ingediende motie van wantrouwen tegen PvdA-minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken) in het debat over het onderscheppen van telefoongegevens. De samenwerking tussen de PvdA en de ‘bevriende’ oppositiefractie D66 zou zelfs op het spel staan.
Samsom en Pechtold spraken elkaar woensdag al telefonisch. Ook toen hadden ze volgens ingewijden „een goed gesprek”. Donderdag werd de kwestie verder uitgepraat.
In de motie van wantrouwen werd Plasterk verweten dat hij de Kamer niet had geïnformeerd over de spionagezaak. Plasterk had in het debat gezegd dat hij de Kamer niet kon informeren, omdat hij dan de werkwijze van de inlichtingendiensten zou moeten onthullen. Dat is strijdig met de wet. Hoe kun je een minister wegsturen omdat hij zich aan de wet houdt?, was volgens een betrokkene de redenering van Samsom.
Pechtold zei eerder deze week wel begrip te hebben voor de „emoties” van de PvdA-leider. D66 heeft inhoudelijk een andere afweging gemaakt, voegde hij eraan toe. Volgens Pechtold is er geen enkele reden voor bezorgdheid over de goede samenwerking van D66 met de coalitie.
Overigens zorgde een uitspraak van VVD-fractieleider Halbe Zijlstra tegen NRC Handelsblad vrijdag voor nieuwe opwinding. Zijlstra leek te suggereren dat de fractievoorzitters al voor het Kamerdebat met Plasterk via de ‘commissie-stiekem’ zijn bijgepraat over het onderscheppen van telefoongegevens. Het verwijt aan Plasterk dat hij de Kamer niet zou hebben geïnformeerd, zou in dat geval niet terecht zijn.
In de commissie-stiekem worden de fractievoorzitters regelmatig door het kabinet op de hoogte gehouden over veiligheidskwesties. Ze mogen tegen niemand praten over wat ze daar horen, ook niet tegen hun fractiegenoten.