De 45-jarige W. staat terecht omdat hij volgens de aanklagers jarenlang leiding heeft gegeven aan een criminele organisatie die zich bezighield met cocaïnehandel. Zij typeren de drugsbende als een multinational. „Er werd geopereerd over de hele wereld.”

Twee andere hoofdverdachten in deze zaak hoorden vrijdag celstraffen van respectievelijk 8 en 5 jaar tegen zich eisen. Alle verdachten zijn van Surinaamse afkomst.

Justitie ziet Piet W. als de onbetwiste leider van de drugsorganisatie. „Hij bleef op veilige afstand van de cocaïne en hield alleen de grote lijnen in de gaten”, concluderen de aanklagers. „Andere mensen knapten het vuile werk voor hem op.”

Het onderzoek naar de misdaadorganisatie werd in 2010 gestart onder de codenaam Tidore, nadat in de haven van Rotterdam ruim 1100 kilo cocaïne werd onderschept. Deze partij drugs zat verstopt in een lading whisky.

Politie en justitie vermoedden toen dat W. op de achtergrond een rol speelde bij het binnensmokkelen van de drugs. Tijdens het onderzoek kon vervolgens een reeks cocaïnetransporten in kaart worden gebracht vanuit Zuid-Amerika naar onder meer Hong Kong, de Kaapverdische eilanden en Nederland.

Nooit eerder werd zo duidelijk blootgelegd hoe kopstukken in de internationale cocaïnehandel werken, benadrukten de aanklagers. „Ze gingen uiterst professioneel te werk en schermden hun handel en wandel goed af. De verdachten combineerden hun reizen naar het buitenland voor cocaïnedeals met bezoeken aan bijvoorbeeld concerten en voetbalwedstrijden. Op die manier verhulden ze de ware reden van hun tripjes naar het buitenland.”

Daarnaast waren de verdachten volgens het Openbaar Ministerie zeer voorzichtig met telefoongesprekken. Zo was W. in het bezit van zestig telefoons.

Uit verschillende afgeluisterde telefoongesprekken bleek desondanks dat de drugsbende gebruik maakte van corrupte contacten, constateren de aanklagers. Bij het oppikken van partijen cocaïne kreeg de organisatie ook hulp van personeel dat toegang heeft tot afgesloten havengebied.