Marine zit zonder drugsbestrijdingsschip in Caraïbisch gebied
DEN HELDER. De Koninklijke Marine in de West zit al twee maanden zonder stationsschip. Drugssmokkelaars in de Caraïbische wateren rond Curaçao hebben dardoor vrij spel. CU-Kamerlid Segers: „De strijd tegen drugs kan geen parttimestrijd zijn.”
Om de vier maanden vertrekt er vanuit Den Helder een marineschip naar Curaçao, om van daaruit onder andere drugsbestrijdingoperaties uit te voeren. Zr. Ms. Amsterdam keerde half december na vier maanden terug uit de West. Het schip onderschepte zes drugstransporten. In 2013 werd ruim 13.000 kilo narcotica in beslag genomen.
Eind vorige maand, op 26 januari, vertrok Zr. Ms. Zeeland naar Curaçao. Het schip –dat over snelle motorboten beschikt om drugstransporten te onderscheppen– is daar nog altijd niet aangekomen. De Zeeland moest eerst naar Key West, in het zuiden van de Amerikaanse staat Florida, om een helikopter op te pikken. Dit omdat er geen Nederlandse maritieme helikopter beschikbaar is.
De commandant der zeemacht in het Caraïbisch gebied moet het dus al twee maanden doen zonder stationsschip. Luitenant-ter-zee Maartje van der Maas, marinewoordvoerster op Curaçao, bevestigt dat. De suggestie dat drugssmokkelaars in de Caraïbische wateren hun gang kunnen gaan, wijst ze van de hand. „We hebben de verplichting om tien maanden per jaar met een stationsschip aanwezig te zijn. Wanneer er geen stationsschip is, nemen kustwacht en internationale eenheden onze taken waar.”
CU-Kamerlid Segers doet navraag bij Defensie, zei hij desgevraagd. „Het kan nooit zo zijn dat drugssmokkelaars vrij spel krijgen omdat onze marine even onvoldoende materiaal heeft. Wij hebben een belangrijke rol in de strijd tegen drugssmokkel, en die moeten we het hele jaar waarmaken. De strijd tegen drugs kan nooit een parttimestrijd zijn.”