De politie had pastor Chinthaka en zijn gemeenteleden al gewaarschuwd om geen samenkomst te houden. Vanuit de plaatselijke boeddhistische tempel in de badplaats Hikkaduwa klonken namelijk oproepen om de christenen eens goed aan te pakken. Tuktuks, kleine taxifietsjes, reden door de straten met luidsprekers waaruit dezelfde boodschap klonk. Zelfs via internet werd de haatdragende oproep verspreid. Chinthaka, die in zijn leven wel vaker met de haat van boeddhisten tegen het christendom te maken had gehad, besloot om de kerkdienst toch door te laten gaan. Voor de zekerheid begon hij wel wat vroeger.

Illegaal

Enkele uren later waren de straten echter gevuld met zo’n vijftig boeddhistische monniken, die honderden andere mensen wisten mee te slepen in hun woede. Ze schreeuwden dat pastor Chinthaka illegaal kerkdiensten hield, omdat zijn gemeente niet geregistreerd stond bij de overheid. Enkele politieagenten probeerden de agressieve mannen te beletten om het hek dat rond de kerk stond te vernielen, maar tevergeefs. Het lukte de menigte om binnen de omheining te komen. De christenen konden nog net op tijd hun toevlucht zoeken in het huis van de voorganger, dat wat beter bestand was tegen aanvallen. Buiten klonk het lawaai en geschreeuw van de boeddhisten die het dak van de kerk vernielden.

Toen het de menigte niet lukte om binnen te komen in de kerk, richtten ze hun woede op een andere kerk, die in de buurt stond van Chinthaka’s kerk. Daar lukte het hen om binnen te komen en grote vernielingen aan te richten aan het interieur van de kerk. De aanvallen waren voor de voorgangers echter geen reden tot wraak, maar een prachtige gelegenheid om een christelijk getuigenis te geven. Aan de nationale tv-zender Adaderana vertelde Chinthaka: ‘De Heere Jezus leert ons dat we onze andere wang moeten toekeren als we geslagen worden. We zullen niet terugvechten.’

Demonen

De grote vrede die Chinthaka toonde na de aanvallen op zijn kerk, heeft zijn leven niet altijd gekenmerkt. Hij werd geboren in een gezin dat geplaagd werd door demonen. Chinthaka’s moeder was zelfs bezeten door een geest, die haar fysiek en geestelijk martelde. Na jaren van ellende en armoede – het weinige geld dat het gezin bezat, ging op aan pogingen om de boze geesten te verdrijven – kwamen ze in aanraking met een christen. Na een eenvoudig gebed tot Jezus Christus werd de moeder bevrijd van de demon die haar in zijn macht hield. Binnen korte tijd kwam het hele gezin tot geloof en veranderde hun leven radicaal. Chinthaka’s zus is getrouwd met een voorganger, en ook één van zijn twee broers volgde net als Chinthaka de bijbelschool om voorganger te worden.

Het intrigerende en indrukwekkende verhaal van Chinthaka en zijn gezin is door Marrianne Fokkema-Westein opgetekend in het boek ‘De demonen speelden met ons’. Ook de situatie van christenen in Sri Lanka, waar deze groep ver in de minderheid is, komt aan bod. Het boek is verkrijgbaar via de website van Boeksjop Rinnah of via een mailtje aan Marrianne: m_f_w_@hotmail.com.