Opinie

Laten kiezer en politicus les van Socrates ter harte nemen

Socrates tekent ons een goed beeld van de ideale politicus, stelt ds. L. W. van der Meij.

Ds. L. W. van der Meij
12 February 2014 11:03Gewijzigd op 15 November 2020 08:46

De Atheense filosoof Socrates, hij leefde zo’n 400 jaar voor Christus, had het er maar moeilijk mee. Het ging volgens hem niet goed in Athene omdat de ideale politicus ontbrak. De doorsneepoliticus in de Griekse hoofdstad beviel hem niet.

Zijn argumenten? De gemiddelde politicus is een draaikont en manipuleert het publiek. Hoe een politicus dat doet? Hij propageert niets anders dan heersende opvattingen en vooroordelen. De publieke opinie, de smaak van de massa, geeft de koers aan. Een politicus weet dat vervolgens te verkopen als een ‘visie’. De politicus weet hoe in Athene de hazen lopen. Hij kent de stemmingen en de verlangens van de mensen als geen ander. En, niet onbelangrijk, hoe je daarop moet inspelen. De politicus voelt haarscherp aan wat de massa plezierig vindt of irritant. Wat goed voelt, is van waarde en wat irritant is, is slecht. Zo ging dat in Athene. En zo gaat het nog.

Wijs

Het politieke dier was in het Athene van Socrates hyperactief. Vooral in drukke winkelstraten en natuurlijk op de agora, het centrum van de stad. Niets nieuws onder de zon. Maar zolang het politieke instinct de arena van stad en staat regeert en het publiek erin stinkt, gaat het volgens Socrates niet goed. Een samenleving heeft mensen nodig die wijsheid, waarheid en rechtvaardigheid liefhebben: filosofen, denkers, intellectuelen. Mensen die wars zijn van snelle successen en overrompeling van het publiek met hun woordenbrij. Politici die azen op populariteit en snelle successen en inkomsten, zijn onbruikbaar voor de samenleving, aldus Socrates.

De gewenste politicus is uiteraard ook wars van debatten waarin een politicus de vloer aanveegt met zijn tegenstander. De intellectueel, aan wie Socrates de leiding van stad en staat wil toevertrouwen, moet wijsheid, waarheid en rechtvaardigheid liefhebben. En daar ontbrak het nu juist aan in Athene. Er was een gebrek aan wijze en intelligente mensen die zich niet laten meeslepen door de waan van de dag. Zolang weerhanen de staat besturen, komt er geen eind aan de maatschappelijk misère.

Visie

En dan noemt Socrates nog iets heel belangrijks. Een wijze politicus is ervan overtuigd dat een samenleving alleen maar gelukkig kan zijn als die gevormd wordt naar ‘goddelijk’ model. Een politicus heeft dan ook de dure plicht ervoor te zorgen dat het menselijk gedrag „de goden zo veel mogelijk bevalt.” Dat kan alleen als hij zich inzet voor waarheid en rechtvaardigheid in de samenleving. Al kost hem dat de gifbeker.

De ideale politicus is voor Socrates iemand die zijn visie niet ontleent aan de straat maar aan de goden. Socrates maakt daarbij wel een kanttekening. Een verstandige politicus mag het contact met de stad en de staat niet verliezen. Hij moet niet gaan zweven.

Volgens Socrates heeft het instinctieve politieke dier een voorsprong op de onhandige theoreticus, hoe wijs die ook is. Een geboren politicus is in staat als een ervaren leeuwentemmer de massa te dirigeren. Hij is een man van de praktijk en van de daad. Hij verschilt hiermee van de intellectuele politicus, die een goed programma kan samenstellen over waarheid en rechtvaardigheid en bovennatuurlijke wijsheid, maar er in de praktijk geen raad mee weet. Dat vinden mensen irritant, weet Socrates. Het gaat daarom om de combinatie. De staat heeft mensen nodig met een wijze en weidse visie. Maar zij moeten tegelijk ook weten wat er te koop is en hoe je visie aan de man brengt.

Athene heeft wijze mannen nodig. Die hebben echter juist de neiging om zich terug te trekken uit die ordinaire politieke arena. Zij kiezen voor een rustig leven; zoeken een schuilplaats in hun studeerkamer waar ze geen last hebben van de storm van de morele chaos. En ten slotte hopen zij zodoende met een goed geweten en schone handen dit leven te verlaten.

Dat is volgens Socrates echter niet de oplossing. Je verlustigen in hoge goddelijke idealen en waarheden, en intussen de boel de boel laten? Dat is niet te verantwoorden. Mensen met goede principes maar zonder zorg voor de buurman en de samenleving en zonder antenne voor de praktijk, vallen niet in de smaak bij het publiek. En terecht. Bij de ideale politicus gaat inzicht in waarheid en rechtvaardigheid hand in hand met gevoel voor de praktijk.

Toepassing

Tot zover het standpunt van Socrates. Het is mijns inziens nog bijzonder goed toepasbaar op de huidige politieke situatie. Waarheid en rechtvaardigheid zijn grote woorden, maar zeker een (christen)politicus kan er niet omheen. Als hij tegelijkertijd maar met beide benen op de grond blijft staan.

Wilt u een toepassing? Geef dan de wijze woorden van Socrates maar eens een christelijke lading. Dan weet u vast op wie u moet stemmen.

De auteur is christelijk gereformeerd predikant te Driebergen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer