Binnenland

Joden tegen vernoemen straatnaam in Aerdenhout naar verzetsvrouw

AERDENHOUT. Twee Joodse verenigingen maken bezwaar het vernoemen van een straatnaam in Aerdenhout naar verzetsheldin Gezina van der Molen.

Jan van Reenen
11 February 2014 18:38Gewijzigd op 15 November 2020 08:46
Van der Molen. beeld Trouw
Van der Molen. beeld Trouw

De gemeente Bloemendaal wil in het nieuw aan te leggen park Haringbuys in Aerdenhout een straatnaam vernoemen naar Gezina van der Molen. Zij was in de Tweede Wereldoorlog betrokken bij het verzet, hielp bij het redden van Joodse kinderen en was een van de oprichters van het christelijke verzetsblad (later dagblad) Trouw.

Na de oorlog was Van der Molen voorzitter van de Rijkscommissie Oorlogspleegkinderen, die moest beslissen of Joodse kinderen bij hun (vaak christelijke) oorlogspleeggezinnen bleven of werden ondergebracht bij Joodse familieleden.

Tussen Van der Molen en de Joodse leden van de commissie ontstonden spanningen door de verschillende uitgangspunten.

Aanleiding om de straat naar Van der Molen te vernoemen is het feit dat ze woonde aan de Klapheklaan in Aerdenhout, vlak bij Haringbuys.

De vereniging Joodse Oorlogskinderen (JOK) en de vereniging Joodse Naoorlogse Generatie (Jonag) zijn het echter niet eens met het voornemen van het Bloemendaalse college.

Theo van Praag, voorzitter van Jonag, noemt Van der Molen „omstreden. Ze heeft weliswaar veel goeds gedaan voor de Joodse kinderen in de oorlog, maar daarna heeft ze fout gehandeld”, vindt hij.

Van Praag: „Van der Molen heeft er bewust aan meegewerkt dat Joodse wezen na de oorlog bij christelijke gezinnen terecht­kwamen, terwijl er Joodse gezinnen beschikbaar waren.”

Van Praag ziet dit als „zieltjeswinnerij. Er zijn Joden die daardoor als kind na de oorlog een christelijke opvoeding gekregen hebben en het daar nu nog moeilijk mee hebben. De nagedachtenis aan ouders werd met voeten getreden, kinderen liepen trauma’s op waar ze tot vandaag onder lijden.”

„Is het niet beter om, na zo veel jaren, de nadruk te leggen op 
wat ze voor de Joden gedaan heeft?”

„De gevoeligheden zijn niet over. De laatste tijd is er meer antisemitisme te bespeuren, ook in Nederland. Daarom moeten we nu waakzaam zijn en ons weerbaar opstellen. Het is toch niet nodig om die straat naar mevrouw Van der Molen te vernoemen? Je kunt toch niet zeggen, zoals een commissielid deed, dat Joden dan maar niet in die straat moeten gaan wonen?”

Blijft het hierbij?

„We hopen dat de gemeenteraad van Bloemendaal zo verstandig is om de straat een andere naam te geven. Tijdens de komende raadsvergadering zal een raadslid er vragen over stellen.”

Burgemeester Nederveen van de gemeente Bloemendaal laat desgevraagd weten: „Het besluit is met grote zorgvuldigheid tot stand gekomen. Voor mij weegt zwaar dat het Yad Vasheminstituut te Jeruzalem haar in 1988 postuum heeft onderscheiden als een ”rechtvaardige onder de volken”. Iemand die niet alleen Joodse levens heeft gered, maar daarvoor ook haar eigen leven in gevaar heeft gebracht.”

Nederveen vindt de Yad Vashem­onderscheiding „een belangrijk signaal vanuit de Joodse gemeenschap. Dat neemt niet weg dat ik veel respect heb voor de gevoelens van de leden van de verenigingen Joodse Oorlogskinderen en Joodse Naoorlogse Generatie.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer