Christenpolitici: Tussen Borst en ons lag onoverbrugbare kloof
DEN HAAG. De maandag op 81- jarige leeftijd overleden oud-minister van Volksgezondheid, Els Borst (D66) roept bij christelijke oud-politici uiteenlopende herinneringen op. „Tussen ons en haar lag een onoverbrugbare kloof.”
Het heeft oud-SGP-leider Van der Vlies „ontzettend aangegrepen” dat oud-minister Borst „zo haar einde heeft gevonden” (zij werd maandagavond in haar eigen garage, naast haar auto, gevonden, red.). Van der Vlies kwam haar onlangs nog tegen in het winkelcentrum van Bilthoven –„We woonden in dezelfde gemeente, hè?”– en had nog even, „heel huiselijk”, een praatje met haar. „In ons onderling contact kwam altijd een bepaald respect tot gelding”, aldus de oud-SGP-voorman, die in de acht jaar dat Borst minister was (1994-2002) veelvuldig met haar te maken had.
„Dat wederzijdse respect neemt echter niet weg”, aldus Van der Vlies, „dat onze opvattingen vér uit elkaar lagen als het gaat om de wezenlijke dingen van het leven.” In de politiek kwam dat met name tot uiting bij thema’s zoals euthanasie, abortus, orgaandonatie en dergelijke. „Dan hadden we heel pittige discussies met elkaar, waarin zij zich overigens zeer terzake kundig toonde.”
„En wie zal zich niet onze heftige aanvaring herinneren”, releveert de SGP’er, „toen Borst, nadat de Eerste Kamer de euthanasiewet had aanvaard, in de dagen voor Pasen in een interview de woorden ”Het is volbracht” in de mond nam?” Dat leidde tot de enige motie van wantrouwen die de SGP in de Tweede Kamer ooit zelf indiende. „Mijn fractie heeft haar beleid met een zekere indringendheid bestreden, maar mevrouw Borst vond er helaas aan het Binnenhof wél meerderheden voor.”
Wat Van der Vlies verder wil benadrukken is dat Borst iemand was die niet alleen in het Kamerdebat haar verontschuldigingen aanbood, maar er ook daarna nog werk van maakte. „Ze heeft mij toen nog eens op haar departement uitgenodigd voor een gesprek, en ik heb nog een brief in mijn bezit die zij naar mijn huisadres stuurde en waarin zij schreef dat de kwestie haar speet. Daarom heb ik die zaak haar láter ook niet meer na willen dragen.”
Oud-CU-fractievoorzitter Van Dijke herinnert zich Els Borst als een vrouw van statuur. „Als je haar ontmoette, kwam je een dame tegen die wat voorstelde.” Van Dijke heeft „groot respect voor haar als persoon”, maar sprak haar buiten de debatten om nooit persoonlijk. „Zij was een hartelijke vrouw, maar ook iemand met een zekere distantie.”
Denkend aan Borst, komt ook Van Dijke automatisch op haar uitspraak ”Het is volbracht.” „Dat heb ik als choquerend ervaren, nog los van wat ze er destijds eigenlijk mee bedoeld heeft.”
Velen praten nu over wat Borst allemaal tot stand heeft gebracht. „Maar ik formuleer het liever als: wat zij heeft áángericht. In het denken en handelen over dood en leven heeft zij veel aangericht waar ik en andere christenen hoogst ongelukkig mee zijn. Zij heeft optimaal uitgenut wat er in de maatschappij op dit punt leefde. Zo bezien was zij absoluut een vakvrouw”, aldus Van Dijke.
Ook oud-SGP-senator Van den Berg herinnert zich Borst als „een bekwame vrouw die beleid kon maken en haar departement goed aanstuurde.” Hij had vooral met haar te maken in de jaren dat hij directeur was van de Nederlandse Patiënten Vereniging en toen hij interim-directeur was van de patiëntenfederatie NPCF. „Tussen ons lag natuurlijk een onoverbrugbare kloof. Ik zei weleens: Wat tussen ons in ligt, is de Bijbel. Zij ging uit van het zelfsbeschikkingsrecht, wij van de autoriteit van God en Zijn Woord.”
Dat alles neemt niet weg dat zij, aldus Van den Berg, wel kon luisteren naar andersdenkenden. „En toen er eenmaal een motie van Van der Vlies was aangenomen over het bevorderen van palliatieve zorg, werkte zij wél weer loyaal mee aan het uitvoeren daarvan.”