De toets wordt afgenomen op dinsdag, woensdag en donderdag. Het is dit jaar voor het laatst dat de Cito-toets in februari wordt afgenomen. Vanaf volgend jaar verschuift de eindtoets naar april. Op die manier wordt het oordeel van de docent, die het kind jarenlang in de klas heeft gehad, zwaarder meegewogen. Ongeveer 85 procent van de basisscholen doet mee aan de toets.

De Cito-toets bestaat uit 200 meerkeuzevragen op het gebied van taal, rekenen/wiskunde en studievaardigheden. Het niet verplichte onderdeel wereldoriëntatie, dat uit 90 opgaven bestaat, wordt door vier op de vijf van de deelnemende leerlingen gemaakt.

Vorig jaar was er ophef over de Cito-toets omdat een aantal opgaven was uitgelekt en op internet werd aangeboden.