Opinie

Schuld belijden

Het mooiste moment tijdens een mediationsessie is, als je hoort hoe iemand oprecht schuld belijdt. Het ontroert me iedere keer opnieuw. Niet zelden is het een keerpunt. Ineens ligt verzoening binnen handbereik.

dr. S. D. Post
10 February 2014 17:01Gewijzigd op 15 November 2020 08:44
beeld Willemien van de Ridder
beeld Willemien van de Ridder

Het komt lang niet in ieder mediationtraject voor. Omdat wij mensen er een handje van hebben naar de ander te wijzen. We zien het aandeel van de ander gemakkelijk als een balk en onze bijdrage aan het conflict is daarmee vergeleken dan niet meer dan een splintertje.

Soms is dat ook zo. En toch hoeft ook dat schuldbelijdenis niet in de weg te staan. Ook al ben je maar voor 2 procent verantwoordelijk voor het conflict, dan nog ben je voor 100 procent verantwoordelijk voor die 2 procent. Deze uitspraak las ik bij de bekende christenmediator Ken Sande. Hij stuurt zijn cliënten soms weg met de vraag om thuis ten minste dertig minuten te bidden, en dan alleen met deze vraag: „Heere, open mijn ogen, zodat ik zie hoe ik heb bijgedragen aan dit probleem.”

Oprecht schuld belijden, ook al is het voor die 2 procent, is meer dan sorry zeggen. Sande geeft zeven aanwijzingen die in het Engels allemaal met een A beginnen.

  1. Richt je schuldbelijdenis tot iedereen die erbij betrokken is. Omdat God alles weet, begin Hem je schuld te belijden. Soms is Hij de Enige Die het weet. Als je in je hart iemand verwenst, weet niemand daarvan dan God. Maar soms zijn er ook anderen bij betrokken. Als je kinderen horen dat je ruzie maakt met je vrouw, bijvoorbeeld.

  2. Vermijd woorden als ”als”, ”maar”, ”misschien”. De waarde van je excuses verdampt als je zegt: „Ik bied je mijn excuses aan, als ik je gekwetst heb.” Soms zit daar zelfs een ondertoontje in van: „jij bent ook zo snel gekwetst, lastig om daar rekening mee te houden.” Of deze: „Misschien heb ik iets fout gedaan. Mogelijk had ik het anders aan kunnen pakken.” Het ergste is als een schuldbelijdenis een opstapje vormt voor een beschuldiging: „Natuurlijk ik had me moeten beheersen, maar jij maakte me gek met je gezeur.”

  3. Wees specifiek. Des te concreter je probeert te omschrijven wat je wanneer en hoe fout gedaan hebt, des te meer positief effect kun je verwachten. Vergelijk maar: „Ik weet dat ik geen goed teamlid ben” of „Ik besef dat ik er de laatste maanden heel negatief heb ingestaan. Ik heb me steeds kritisch uitgelaten over elk voorstel dat op tafel kwam. En het was al helemaal verkeerd om jouw aanpak gisteren met zulke harde woorden te bekritiseren, waar iedereen bij was.”

  4. Erken de pijn die je anderen hebt aangedaan. Verplaats je in de positie van de ander. Hoe voelde hij of zij zich? „Ik kan me voorstellen dat je je totaal ontredderd hebt gevoeld, toen ik zo tegen je tekeerging.”

  5. Accepteer de consequenties. Bij oprechte schuldbelijdenis hoort dat je de gevolgen voor je rekening neemt. Of er nu iets rechtgezet of betaald moet worden, je gaat ervoor!

  6. Verander je gedrag. Excuses zijn goedkoop als je niet oprecht van plan bent om je gedrag te veranderen. Als je je oprecht schuldig voelt over wat je een ander aangedaan hebt, dan is je aanhoudend gebed of God je wil helpen je leven te veranderen. Het is goed om dat ook te zeggen: dat je met Gods hulp wilt proberen niet meer in dezelfde fouten te vervallen. Dat je het anders wilt gaan doen. En dat je bereid bent daar ook stappen voor te nemen.

  7. Vraag om vergeving – en geef de ander daar tijd voor. Soms laat de ander spontaan merken dat hij of zij vergevingsgezind is, anders kun je erom vragen: Wil je het mij vergeven? En wees niet verbaasd of teleurgesteld als de ander dat (nog niet) kan. Dring er zeker niet op aan. Geef de ander ruimte. Ondertussen kun je hem of haar meenemen in je persoonlijk gebed.

Schuld belijden doe je in de eerste plaats niet voor jezelf. Je doet het voor de ander. Toch krijg je er iets voor terug. Je kunt er ontzettend tegen opzien. Maar je krijgt er geen spijt van. Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn, maar wie ze bekent en laat, zal barmhartigheid verkrijgen (Spr. 28:13).

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer