DEN HAAG. Het lot van minister Plasterk van Binnenlandse Zaken ligt in handen van de VVD-fractie.
Plasterk heeft gejokt. Dat mag niet. En zeker niet in de politiek. Het onjuist informeren van de Tweede Kamer is een politieke doodzonde. De meeste bewindslieden overleven dat niet.
De problematiek is bekend. Plasterk (PvdA) zei in de herfst van vorig jaar voor de televisie en in de Tweede Kamer dat de Amerikaanse inlichtingendienst NSA 1,8 miljoen gegevens over het bel- en internetgedrag van Nederlandse burgers heeft bemachtigd. Vorige week gaf Plasterk in een briefje aan de Kamer toe dat niet de NSA deze zogenoemde metadata had afgetapt, maar de Nederlandse inlichtingendiensten. De gegevens zijn vervolgens doorgegeven aan de Amerikanen.
Nadat de linkse oppositiefracties vorige week hun kritiek spuiden op de handelwijze van de bewindsman, startte het kabinet eind vorige week een tegenoffensief. Vicepremier Asscher toonde zich na afloop van het kabinetsberaad optimistisch over de kansen dat zijn partijgenoot aan het eind van deze week nog op zijn post zit. Ook premier Rutte liet vanuit het Russische Sotsji weten dat Plasterk dinsdag goed uit het debat gaat komen.
Maar steun vanuit het kabinet is niet voldoende. Plasterk heeft ten minste de steun van de coalitiefracties nodig. PvdA-leider Samsom liet zondag weten er alle vertrouwen in te hebben dat zijn partijgenoot het debat overleeft.
Het is merkwaardig dat Samsom zijn steun al uitspreekt voordat Plasterk het antwoord op de tachtig kritische vragen heeft beantwoord. Wat dat betreft houdt VVD-fractievoorzitter Zijlstra het zuiverder. Hij heeft zich in het openbaar nog niet uitgelaten over de positie van Plasterk. Als Zijlstra zich nu achter Plasterk zou scharen, zou hij dinsdag tijdens het debat de hoon van alle oppositiefracties over zich heen krijgen. Het oordeel van de VVD-fractie is wel doorslaggevend. Het is politiek niet uit te sluiten dat de VVD van de PvdA ook een offer vraagt, nu twee weken geleden staatssecretaris Weekers van Financiën (VVD) het veld moest ruimen.