Opinie

Onderken opvoedingsonzekerheid

Het is belangrijk om je als (aanstaande) ouder te wapenen tegen opvoedingsonzekerheid, stelt 
dr. Marije Verhage.

Dr. Marije Verhage
7 February 2014 19:51Gewijzigd op 15 November 2020 08:42
beeld Fotolia
beeld Fotolia

De laatste jaren is er veel aandacht voor het zogenaamde hyperopvoeden: (overbezorgde) ouders proberen de ontwikkeling van hun kind tot het uiterste te stimuleren. Hoewel het er niet zo buitensporig aan toe gaat als in de Verenigde Staten, zijn er aanwijzingen dat ook in Nederland ouders al vanaf de zwangerschap steeds meer aandacht besteden aan wat het allerbeste is voor de ontwikkeling van hun kind, soms op het extreme af.

Dit blijkt bijvoorbeeld uit het aanbod van babyproducten. Waar men vroeger gewoon een kinderwagen kocht, zijn er tegenwoordig wandelwagens beschikbaar met talloze mogelijkheden (je kind vooruit of naar je toe laten kijken, wel of geen terreinbanden et cetera). Ook zijn er dvd’s te koop om je kind al vanaf een paar maanden oud voor de televisie taallessen te laten volgen. Verder oefenen steeds meer ouders gebarentaal om met hun baby te communiceren voordat ze terug kunnen praten.

Onzekerheid

In de media is de afgelopen jaren geopperd dat aan dit hyperopvoeden een diepgewortelde onzekerheid van ouders ten grondslag ligt. Deze opvoedingsonzekerheid probeert men onder controle te houden door alles met betrekking tot de kinderen tot in de puntjes te regelen, wat zou leiden tot een vermindering van de onzekerheid.

Uit vragenlijstonderzoek met ouders van kinderen van verschillende leeftijden blijkt dat ouders op het eerste gezicht inderdaad niet zo onzeker lijken over het opvoeden. In mijn eigen onderzoek ondervroeg ik aanstaande moeders vanaf het begin van hun zwangerschap over hun opvoedingsonzekerheid. Uit deze resultaten bleek dat zwangere vrouwen best zeker zijn van hun capaciteiten als ouder, en dat dit vertrouwen in zichzelf als ouder na de geboorte van hun kind alleen maar groeide.

Maar is onzekerheid bij ouders over het opvoeden dan een mythe? Dat kunnen we toch niet zomaar stellen. Het invullen van een vragenlijst over je eigen capaciteiten als ouder blijft natuurlijk een heel abstract iets: bij anderen zien we altijd beter wat ze anders zouden moeten aanpakken dan bij onszelf. Hoe de zaken er echt voorstaan, wordt soms pas duidelijk als we in een moeilijke situatie terechtkomen.

Om opvoedingsonzekerheid te testen in een uitdagende situatie, deed ik daarom een experiment waarbij aanstaande moeders werd gevraagd op een computer verschillende baby’s te troosten. Tijdens dit experiment zorgde ik ervoor dat de deelneemsters de eerste baby steeds gemakkelijk konden troosten, maar dat het troosten maar zelden lukte bij de tweede baby. Om te testen welk effect deze ervaringen hadden op de opvoedingsonzekerheid, vroeg ik de aanstaande moeders tijdens het experiment verschillende keren hoe goed ze dachten hun eigen baby te kunnen troosten in het dagelijks leven.

Wat bleek? De vrouwen werden gemiddeld een stuk onzekerder over zichzelf als moeder door het gebrek aan succes in het troosten van de tweede baby. Een kleine tegenvaller heeft dus al effect op het vertrouwen van aanstaande moeders in hun eigen ouderschapscapaciteiten.

Daar moet echter wel een kanttekening bij worden geplaatst: niet alle aanstaande moeders werden onzeker van tegenslag in het troosten. Bij nader onderzoek bleek dat slechts een deel van de groep flink onzekerder werd. Deze vrouwen verschilden in eerste 
instantie echter niet van de overige deelneemsters. Dat betekent dus dat er bij sommige ouders onderliggende onzekerheid schuilgaat onder een dun laagje zekerheid.

Bij het volgen van deze groep vrouwen na de geboorte van het kind bleek ook dat zij hun vertrouwen in zichzelf als ouder meer lieten afhangen van het gedrag van het kind dat ze kregen: moeders die vonden dat hun kind vaak moeilijk of uitdagend gedrag vertoonde, waren onzekerder over zichzelf als moeder dan moeders die hun kind makkelijker vonden. Dit verband werd niet gevonden voor vrouwen die tijdens het experiment minder onzeker werden.

Zorgervaringen

Al met al lijken sommige moeders dus gemakkelijker onzekerder te worden door tegenslagen in het ouderschap dan anderen. Of het hyperouderen echt een tegenreactie is om deze opvoedingsonzekerheid de baas te blijven, moet nog verder worden onderzocht.

In elk geval is het belangrijk je als (aanstaande) ouder te wapenen tegen opvoedingsonzekerheid. Dit kun je op verschillende manieren doen, bijvoorbeeld door al voordat je zelf kinderen hebt, zorgervaringen op te doen met kinderen van familie of vrienden, door veel te praten over opvoeding met mensen die al kinderen hebben en door steun te zoeken bij iemand die je vertrouwt wanneer het opvoeden even tegenzit.

Daarnaast geldt voor iedere ouder dat opvoeden soms een uitdagende taak is. Acceptatie van dat gegeven kan wellicht leiden tot een meer ontspannen manier van opvoeden.

De auteur is als onderzoeker werkzaam bij het onderzoek Generaties2 (generaties2.nl) op de afdeling ontwikkelingspedagogiek van de Vrije Universiteit te Amsterdam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer