„Onderscheppen telefoonverkeer dient beveiliging troepen”
LEIDEN. Het is verklaarbaar dat de Nederlandse inlichtingendiensten AIVD en MIVD communicatiegegevens onderscheppen. Dat komt bijvoorbeeld de veiligheid van de troepen die Nederland in Afghanistan had ten goede.
Dat stelt Constant Hijzen, medewerker van het Instituut Geschiedenis van de Universiteit Leiden. Hij doet onderzoek naar veiligheidsdiensten in Nederland. Hijzen reageert op de commotie die is ontstaan nu bekend is geworden dat niet Amerika, maar Nederland medio eind 2012 1,8 miljoen metadata van telefoongesprekken en mogelijk internetverkeer heeft onderschept.
„Het onderscheppen van die gegevens dient er bijvoorbeeld voor om zicht te krijgen op activiteiten van tegenstanders of mogelijke terroristen in trainingskampen van terroristen in bijvoorbeeld Afghanistan. Als er opeens een verhoogde belactiviteit is onder verdachte figuren, kan er bijvoorbeeld een aanslag ophanden zijn en kun je veiligheidsmaatregelen treffen. In het laatste jaarverslag van de MIVD las ik dat ze veel met ”Geoint” werken, waarbij metagegevens aan geografische kaartjes worden gekoppeld. Dan kun je het communicatiegedrag en de netwerken van mogelijk verdachte personen inzichtelijk maken.”
Dat Nederland de onderschepte telefoongegevens deelt met de Amerikanen is voor Hijzen geen grote verrassing. „Zie de verstrekte gegevens als ruilwaar. We krijgen er inlichtingen voor terug. Het kan zomaar zijn dat Amerikanen ergens een menselijke bron heeft zitten die Nederland van nuttige informatie kan voorzien.”
Is het democratisch toezicht op de veiligheidsdiensten in Nederland onder de maat? „Dat vind ik veel te zwaar aangezet. Wel zijn er zaken voor verbetering vatbaar. Nu is het zo dat de fractievoorzitters deel uitmaken van de commissie Stiekem, waarin de Kamer in vertrouwelijkheid wordt bijgepraat over het werk van de inlichtingendiensten. Maar wat mij betreft komen in die commissie specialisten uit de Kamer te zitten.”
Nodig is een „bredere discussie” over de inlichtingendiensten. „Het kabinet mag opener zijn over nut en noodzaak van de veiligheidsdiensten. Leidt het werk van inlichtingendiensten bijvoorbeeld tot het voorkómen van aanslagen? Is het nodig om ingrijpende middelen toe te passen als het onderscheppen van een stroom digitale gegevens? Moeten de diensten expliciete informatie over Nederlandse onderdanen aan andere landen verstrekken?”