„Verharding neemt toe”
De verharding van Nederlanders nam in 2003 toe. Mensen hebben minder mededogen met de kwetsbare groepen in de samenleving, zoals daklozen, gehandicapten, verslaafden, criminelen en mensen met weinig geld.
Slechts 69 procent van de Nederlanders meent dat iedereen die dat wil en nodig heeft hulp kan krijgen. Een jaar geleden was dat 74 procent.
Dit blijkt uit het TNS NIPO-onderzoek ”Geloof jij in ieder voor zich?”, gehouden in opdracht van het Leger des Heils. Aan het onderzoek naar de beleving en ervaring van sociale onderwerpen, namen 1277 mensen deel. Het is het derde jaar op rij dat het Leger des Heils het onderzoek heeft laten verrichten.
„Wat mij verontrust, is de gewenning die in Nederland optreedt”, zei I. Voorham, directeur Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg. „Je schrikt als je voor het eerst een dakloze op straat tegenkomt die psychisch in de war is. Als je er elke dag een tegenkomt, vind je het de gewoonste zaak van de wereld. Maar het is niet gewoon. Het is afschuwelijk.”
Nederlanders denken vooral aan etnische minderheden als uitgesloten groep, en minder aan anderen. In 2001 vond 24 procent van de bevolking daklozen een kwetsbare groep, nu is dat nog slechts 12 procent. Twee jaar geleden werd de groep verslaafden door 22 procent spontaan genoemd, nu is dat 9 procent. Daklozen worden steeds meer gezien als mensen die overlast veroorzaken, alcoholist zijn, verslaafd zijn aan drugs en profiteren van de samenleving.