WASHINGTON. De Syrische president Bashar al-Assad zit vaster in het zadel sinds het akkoord over de vernietiging van zijn chemische wapens. Dat heeft het Amerikaanse hoofd van de inlichtingendiensten, James Clapper, dinsdag gezegd.
„Het beeld op dit moment is dat Assad een sterkere positie heeft dan vorig jaar toen we dit bespraken”, zei Clapper tegenover het Amerikaanse Congres. Volgens hem zijn het akkoord over de chemische wapens en de trage uitvoering daarvan de oorzaak.
Eind augustus leek het er nog op dat de regering van de Amerikaanse president Barack Obama Syrië zou laten bombarderen, als vergelding voor gasaanvallen op burgers waarbij honderden doden vielen. Het akkoord over de vernietiging van de chemische wapens maakte een einde aan die dreiging.
Volgens Clapper blijft Assad waarschijnlijk gewoon aan de macht. Hij acht de kans erg klein dat de Syrische rebellen Assad op korte termijn kunnen verdrijven.
Syrië heeft dinsdag aangeven opnieuw een delegatie te sturen naar de vredesgesprekken in Genève, die maandag worden hervat. Dit bevestigde de Russische onderminister van Buitenlandse Zaken, Michail Bogdanov, dinsdag. Rusland is de belangrijkste steunpilaar van de Syrische regering.
Bogdanov ontving dinsdag Ahmad al-Jarba, voorzitter van de Nationale Coalitie, een verzameling opposanten van Assad die door westerse mogendheden en Arabische Golfstaten wordt gesteund. Aan die steun dankt de coalitie zijn taak om in de vredesgesprekken op te treden als de oppositie tegen Assad. Rusland was daar niet voor, maar heeft zich er als een van de initiatiefnemers van het overleg bij neergelegd.
Waarnemers menen dat Syrië Rusland niet in verlegenheid kan brengen. De militaire inspanningen van Assads troepen om het dichter bevolkte westen van Syrië te heroveren, werpen al maanden vruchten af dankzij intensieve steun uit Moskou aan de troepen.
Een andere Russische onderminister, Gennadi Gatilov, stelde de wereld dinsdag gerust over een andere Syrische kwestie. Hij zei dat Assads regime op 1 maart klaar kan zijn met het afvoeren van zijn chemische wapens.
Dat eiste onder anderen de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, John Kerry. Hij toonde zich afgelopen week boos over de vertraging bij de vorig jaar afgesproken chemische ontwapening van Syrië. De organisatie die door de VN met de afvoer en vernietiging van die wapens is belast, de OPCW, meldde dat ze achterligt op schema en dat bijna alle chemische wapens nog in Syrië zijn.