Prof. Dekker niet meer gereformeerd
De bekende godsdienstsocioloog prof. dr. G. Dekker heeft zijn lidmaatschap van de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) opgezegd. De godsdienstsocioloog keert zich daarmee tegen de voorgenomen fusie van dat kerkverband met de Nederlandse Hervormde Kerk en de Evangelisch-Lutherse Kerk.
De synodes van de drie kerken beslissen vrijdag definitief of de vereniging doorgaat. Als dat het geval is, ontstaat op 1 mei 2004 de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). „In die gefuseerde kerk kan ik mij niet thuis voelen”, zei prof. Dekker zondag in het IKON-radioprogramma ”De Andere Wereld van zondagmorgen”. De PKN staat zover af „van het soort kerk dat ik in mijn hoofd heb en van wat ik denk dat de kerk moet zijn.”
Het zit prof. Dekker vooral dwars dat de betrokkenen landelijk maar ook plaatselijk denken dat de drie kerken één moeten worden omdat God dat vraagt. Hij vindt dat in de zogeheten eenwordingsverklaring misbruik wordt gemaakt van de Bijbel en het gezag daarvan. „Ik denk dat Jezus zou gruwen van onze kerkelijke organisaties”, aldus de emeritus hoogleraar.
Diep in z’n hart vindt hij de verklaring „blasfemisch” (godslasterlijk), omdat God daarin wordt gedankt voor het bij elkaar brengen van de kerken. De laatste jaren is de kerkvereniging volgens hem een doel in zichzelf geworden, terwijl de betrokkenen geen oog meer voor de wereld hebben. Ook is hij ervan overtuigd dat de gefuseerde kerk niet meer in staat zal zijn om met één mond te spreken.
Prof. Dekker, emeritus hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, heeft het er moeilijk mee gehad om te besluiten af te haken. „Mijn breuk met de kerk moet je beschouwen als een soort echtscheiding. Je bokst dertig, veertig jaar met je partner voor een betere verhouding en op een gegeven moment ontdek je: het lukt niet. Nou, dan moet je ermee ophouden.”
In het radioprogramma zei prof. Dekker zondag dat hij zijn attestatie heeft opgevraagd en momenteel nergens lid is. Hij vertelde nog wel regelmatig in zijn vorige gemeente te kerken en ook soms een rooms-katholieke dienst te bezoeken.
Prof. Dekker was maandagmorgen niet bereikbaar voor commentaar. Zijn vrouw geeft aan dat zij en haar echtgenoot nogal oecumenisch zijn ingesteld. „In Baarn zijn zeventien kerkgenootschappen. Mijn man heeft er verschillende van bezocht.”
De godsdienstsocioloog, die in 1996 afscheid nam van de VU, klaagde in 1994 al dat het SoW-proces een prestigeproject was geworden. Hij zei toen dat SoW voor de kerkelijke leiders is wat de carpoolstrook voor minister Maij-Weggen was: het gaat door, want men heeft zich in het hoofd gezet dat het door moet gaan en er zijn banen en functies aan verbonden.
In zijn boek ”Samen op de goede Weg?”, dat hij vorig jaar samen met prof. dr. G. Heitink schreef, rekende prof. Dekker af met de gedachte dat een volledige fusie waardevoller en geloofwaardiger is dan een federatief verband. De cultuurverschillen tussen hervormden en gereformeerden zijn volgens beide hoogleraren te groot. Ze kritiseerden vooral het ontbreken van de gereformeerde traditie in het SoW-verband. „Wij maken bezwaar tegen een kerkfusie op hervormde voorwaarden. De kerk zal in haar structuur en cultuur ook voor uiteenlopende mensen herkenbaar moeten zijn”, aldus het boek.
De auteurs hechten veel waarde aan processen van onderop. In de te ontwikkelen SoW-kerk is volgens hen namelijk sprake van een top-downstructuur. Het is volgens hen van belang dat bij het organiseren van het kerkelijk leven niet meer dan het hoogstnoodzakelijke wordt geregeld. Ook vinden ze het van belang dat het kerkelijk leven of delen daarvan tijdig kunnen veranderen indien de veranderingen in de wereld waarin de kerken staan, dit vragen.