Veel media namen zijn bijzondere verhaal over. Maar is het waar?

José Salvador Alvarenga vertrok op 21 december 2012, de dag waarop sommige mensen de apocalyps verwachtten, met een 7 meter lange boot van de Mexicaanse kust om een dagje op haaien te gaan jagen. Een tiener genaamd Ezekiel was ook aan boord om te helpen met vissen. Een storm blies de boot uit koers en algauw raakte het duo verdwaald. Ze overleefden op vis en schildpadden, totdat Ezekiel na een maand stierf. Ook at Alvarenga vogels en dronk hij hun bloed. Toen hij langs het kleine Marshalleiland Ebon kwam, zwom Alvarenga naar de kust. Hij had toen hemelsbreed meer dan 10.000 kilometer afgelegd.

Dat is het verhaal dat de bebaarde Alvarenga vorige week vertelde. Veel media namen dit verhaal over, maar er rezen ook twijfels.

„Ik kan me moeilijk voorstellen hoe iemand dertien maanden op zee overleeft”, zei de Amerikaanse ambassadeur in de Marshalleilanden, Tom Armbruster. „Maar ik kan me ook moeilijk voorstellen hoe iemand ineens op Ebon verschijnt. Hij moet al wel een tijdje op zee zijn geweest.”

„Het klinkt als een ongelofelijk verhaal en ik weet dan ook niet of ik het geloof”, zei de waarnemend minister van Buitenlandse Zaken van de Marshalleilanden, Gee Bing. „Ik heb zo mijn twijfels. Zodra we met hem gaan praten over waar hij vandaan komt, zullen we meer informatie kunnen achterhalen.” Veel details uit het verhaal waren volgens Bing twijfelachtig.

Er hebben eerder scheepslieden maandenlang over de Stille Oceaan gedobberd. In 2006 werden drie Mexicaanse haaienvissers na negen maanden op zee gered bij de Marshalleilanden. In 1989 overleefden vier mannen een barre toch van vier maanden op zee. Als dit verhaal klopt, zou het een van de opmerkelijkste overlevingsverhalen op zee zijn.