Medicijn
Hooglied 2:5
„Ondersteunt gijlieden mij met de flessen, versterkt mij met de appelen, want ik ben krank van liefde.”
De Heere zal Zich nog tot u wenden en uw schuren met hemels koren vervullen. Hij heeft dat wellicht al gedaan, al voelt u de kracht ervan nog niet. De spijs geeft niet terstond het voedsel aan het lichaam. Als de maag ziek is, veroorzaakt die zelfs ten eerste pijn. Men ziet dat ook bijzonder in de geneesmiddelen van het lichaam. Die sterken niet direct het lichaam, maar maken de mens zelfs eerst zieker om zo de gezondheid te bewerken. Zo staat het ook met de geestelijke geneesmiddelen: zij geven hun uitwerking niet altijd direct. Het gebeurt soms dat de ziel flauw en ziek is na het innemen van deze geneesmiddelen. Maar geen nood: laat ze eens doorwerken en zie wat een kracht ze doen na deze flauwte. Wat een vreugde openbaart zich na deze treurigheid. Stelt u hiernaast eens voor die vrije en beproefde handelingen des Heeren met de Zijnen. Hoor wat koning David zegt: „Ik heb U in het Heiligdom aanschouwd” (Psalm 63:3). Lees dat mee, en let op de gangen Gods, van uw Koning. Zijn gangen in Zijn heiligdom (Psalm 68:25) zijn waarlijk wonderlijk en bijzonder. De Heere onze God handelt met al Zijn kinderen niet gelijk. Van sommigen laat Hij Zich zeer haast vinden, van anderen wil Hij langer gezocht zijn.
Simon Simonides
predikant te ’s-Gravenhage
(”Leidsman der zwakken aan des Heeren heilige tafel”, 1666)