Moslims niet voor centrale imamschool
Moslims in Nederland zijn geen voorstander van een erkende opleiding voor imams waaraan de overheid bijdraagt. De diverse stromingen van de islam kunnen volgens de meeste moslimorganisaties niet allemaal in één opleiding aan bod komen.
Dat staat in een rapport dat een speciale adviescommissie deze week aan staatssecretaris Nijs (Onderwijs) heeft overhandigd.
Een woordvoerder van het ministerie liet weten dat er in principe geen belemmeringen zijn voor een imamopleiding en dat Nijs een eventueel initiatief verwelkomt. „Ze zal het verzoek net zo behandelen als dat voor andere nieuwe opleidingen.” De meeste moskeeën willen echter het liefst een imam van hun eigen stroming en staan daarom huiverig tegenover een gemeenschappelijke opleiding, zo blijkt uit het onderzoek.
Hoewel de wetgeving weinig obstakels telt, zijn er binnen de islam veel belemmeringen die een breed aanvaarde opleiding in de weg staan. Veel plaatselijke moskeeën zijn autonoom en er bestaat onduidelijkheid over wat een imam is en de eisen waaraan hij moet voldoen. Ook is er verdeeldheid door de verschillende stromingen binnen de islam, is er geen kader waaruit kandidaten voor een opleiding kunnen worden gerekruteerd en is er te weinig geld beschikbaar om een goed opgeleide imam te betalen. De commissie verwacht dan ook dat een erkende imamopleiding nog ver weg is.
In plaats van een opleiding voor de gehele moslimgemeenschap is het volgens de onderzoekers realistischer om te denken aan een opleiding per godsdienstige richting of groepering binnen de islam. Een aantal moskeeën zou een vereniging of stichting kunnen oprichten die zo’n scholing kan verzorgen. Een ander voorstel van de commissie is om indien gewenst een korte opleiding op te zetten met doelgerichte vakken in plaats van een volledige Nederlandse imamopleiding op universitair of hbo-niveau.
Milli Görüs Nederland, een Turkse moslimorganisatie, zet vraagtekens bij de noodzaak van een imamopleiding. „Er is juist behoefte aan een universitaire theologische opleiding”, zegt directeur H. Karacaer. „Hoger opgeleide moslims begrijpen de Nederlandse cultuur. Zij zijn beter in staat andere moslims te begeleiden bij de vragen die de Nederlandse samenleving bij hen oproept. Het leiden van de dagelijkse gebeden is niet zo moeilijk. Dat zou ik iedereen in drie maanden kunnen leren.”
De Ummon, koepelorgaan van Marokkaanse moslimorganisaties in Nederland, is wel voorstander van een Nederlandse imamopleiding. „We merken dat we jongeren steeds moeilijker bereiken”, zei vice-voorzitter D. el-Boujoufi. „Buitenlandse imams spreken geen Nederlands en kennen de Nederlandse cultuur niet. In Nederland opgeleide imams hebben meer affiniteit met de moslims van de tweede en de derde generatie. We moeten ons wel realiseren dat het niet mogelijk is dat we met zijn allen op één lijn zitten. Dat is geen groot probleem.”
De Turks-Islamitische Culturele Federatie (TICF) ziet daarentegen een door de overheid gefinancierde imamopleiding niet zitten. „Wij zien geen taak voor de Nederlandse overheid bij de opleiding van imams”, aldus voorzitter A. Tonca. „We leven in een maatschappij waarin kerk en staat zijn gescheiden. Daarom willen wij zelf onze imams opleiden.”